Van de drukte van Edinburgh rijden we langzaam de wildernis
in. Via Fort Wiliam hoppen we over Mull naar Oban, het eindpunt van deze
fietstocht. Eerst fietsen we door stadsstraten tussen dubbeldekkers en
koffiebarretjes. Dan rijden we over de drukke wegen rond de stad en komen de eerste
“hills” in beeld. Het landschap verandert van gezellige groene weides naar ruige
hellingen met mekkerende schapen. De weggetjes worden smaller, het landschap
woester. Het is begin mei en het is koud. Met capuchon en handschoenen aan zit
Fosse op zijn aanhangfiets. Het weer, een belangrijke factor in Schotland,
varieert van hagelbuien en harde wind tot zomers zonnig.
Over de Queensferryroad rijden we Edinburgh uit. De weg is
druk, maar op het moment dat het echt snelwegachtig wordt is er gelukkig een fietspad.
In Queensferry liggen twee grote bruggen over de Firth of Forth. We rijden er
onderdoor en ze torenen hoog boven ons uit. Kleine speelgoedtreintjes rijden
eroverheen. Tussen de bruggen ligt het kleine dorpje met keienstraatjes en cafés
met uitzicht op het water en de bruggen. De treinenbrug is mooier, maar wij
moeten over de autobrug. Twee grote pijlers, veel wind en de eerste hills in de
verte. Aan de overkant is de weg naar het noorden klein, maar vol razende
vrachtwagens en veel autoverkeer.
Pas de volgende dag komen we op fietsvriendelijkere
weggetjes: rustige landweggetjes door groene heuvels. We worden nu niet meer
ingehaald door dubbeldekkers en forenzen, maar jeeps en een enkel sportautootje
met open dak. Medefietsers zijn zonder uitzondering super vriendelijk en
gekleed in fluorescerend geel. Spontane types met een vrolijke lach. Van de
eerste man, die ik bijna omver fiets omdat ik vergeet links te houden, tot de
dame in de bakkerij van Muckhart. Deze kwieke dame heeft net twee weken geleden
een hele nieuwe knie gekregen en verteld dat ze pas in Nederland wil gaan
fietsen als ze tachtig is en geen berg meer op komt. Schotten zijn bikkels, dat
is wel duidelijk. Bij de eerste straal zon doen ze of het tropisch warm is. Terwijl
wij nog in vol ornaat rondfietsen lopen de Schoten al met blote bast en korte
broek.
Via Comrie en Aberfeldy rijden we naar het noorden. Steeds
is er een nieuwe heuvelrij om te bedwingen. Het landschap is ruig, de bergen
zijn bruin en kaal. We fietsen door hagelbuien en een ijzige wind. Het weer is
echt een item in Schotland, zeker begin mei. Het ene moment brand de zon op je
rug en lopen de zweetstralen over je lijf, het andere moment rijdt je door
hagelbuien over een kille noordhelling. Fosse zit compleet ingepakt op de
aanhangfiets. Capuchon omhoog en wanten aan! In Rannoch staat een oer Brits
hotel met fauteuils met oren, schotsgeruite vloerbedekking en keuvelende dames.
We drinken warme chocolademelk in een wijnglas met marshmallows en warmen onze
voeten. We laden ons op voor een tijdrit langs Loch Rannoch. Een rit naar het
eind van de wereld. Tenminste het eind van de weg. De weg loopt straks dood met
op het eindpunt een klein stationnetje dat ons een uitweg biedt. De trein gaat
om 15.08 en daarna pas weer om 21.08. We zoeven langs het meer, met de klok in
ons hoofd. We passeren strandjes, maar hebben geen tijd voor pauze. Aan het
eind een klim naar een soort hoogvlakte. Oei, gaan we het wel halen? Pas op het
laatste moment zien we het stationnetje liggen. We zijn toch nog een half uur
te vroeg. Dan komt het kleine treintje aangereden. Vanwege Bankholiday is het
bomvol. Maar de zeer behulpzame conducteur, die eerst nog neeschuddend uit de
trein stapte, begint met bagage te schuiven en slepen om ons en onze fietsen in
de trein te krijgen. Als we eindelijk zitten kunnen we zonder kou en haast genieten
van het landschap.
Het landschap ten westen van Fort William is een verzameling
hills en loch’s. Land doorsneden met water dat overgaat in water doorsneden met
land. Gele brem fleurt de legerkleurige hellingen op. De gewone pont naar
Corran is kapot. De reservepont is vol vakantiegangers, iedereen wil naar
buiten. We varen rustig richting het witte vuurtorentje van Corran. Langs Loch
Sunart loopt een smal weggetje dat continu op en neer gaat. De singletrackroads
zijn wennen. Kom je net van een goeie afdaling moet je een passeerplaats
inschieten en vol in de rem om een auto voor te laten. Het is mooi weer en met
het water dichtbij krijgen we een strandgevoel. Met een ijsje zitten we aan het
water. Het water ziet er uitnodigend uit, maar is ijskoud merken we bij het
krabbenvangen tussen de rotsen. De krabben kietelen aan je hand en schuifelen
zijwaarts je mouw in.
De volgende dag hobbelt de weg door langs het Loch. Een boog
van eiken met frisgroene blaadjes boven het smalle weggetje. Vogels zingen,
hebben het voorjaar in hun bol. De koekoek laat zich veel horen en makkelijk
herkennen. Een roodborstje vloog gister de tent in. De weg gaat omhoog en
omlaag en af en toe staan er een paar huizen. In Glenmore is een visitorscentre
met homemade cake en warme chocola met marshmallows. Twee fragiele dametjes
zitten aan de thee. Ook “on holiday”. Ze wensen me een goede reis en veel wegen
naar beneden. Soms is het even
drukker met auto’s, als er net een pont is aangekomen. Dan moeten we hard
doorfietsen bergop om een passeerplaats te bereiken. Een vrouw in een auto die
ons passeert draait haar raampje open en roept: Fantastic!!!! Een pasje over
langs Loch Mudie, schapen rondom, in de verte Skye. De afdaling staat vol
bloeiende brem met een bedwelmende geur. Een bui nadert, grijze strepen in de
lucht en het wordt opeens koud. Het meest westelijke stukje van het vaste land
van Groot-Brittannië laten we rechts liggen. We gaan direct door naar de haven.
Geen warm welkom hier. Ook dit voelt weer als het eind van de wereld. In de
luwte van een muurtje maken we een soepje. In de verte horen we de boot al
aankomen tuffen. Een kleine oude bak met een vriendelijke controleur en een
warme kajuit. In driekwartier brengt de boot ons naar Tobermory. Een dorpje met
gekeurde huisjes rond een baai vol bootjes op het eiland Mull. Dit eiland voelt
een stuk drukker dan de vaste wal waar we vandaan komen.
Over Mull gaat het verder over (veelal) singletrackroads. We
fietsen langs de oostkust en hebben uitzicht over de Sound of Mull. Vegen over
het water van de wind, alsof Bob Ross aan het verven is geweest. Langs de kust
halfvergane schepen, rotsen en zeewier van een kust bij eb. In Craignure halen
we precies de boot naar Oban. Hier zijn we weer echt in de bewoonde wereld. Een
levendig stadje met veel ferry’s en een stationnetje. Het haventje stroomt leeg
bij eb en dan hangen de boten op halfzeven aan de kade of liggen op hun zij op
het strandje. De Caledonian MacBrayne naar Mull tuft vrolijk heen en weer. Na
een portie Fish en Chips lopen we in het avondzonnetje naar onze B&B.
Van dag tot dag
Dag 1: Port of
Tyne – Newcastle – Edinburgh, 25 km en trein (Morton Hall Caravan & campingpark)
Dag 2: Edinburgh
– Kinross, 56 km (Gallowhill Farm Camping & Caravan Park)
Dag 3: Kinross –
Comrie, 53 km (Comrie Croft)
Dag 4: Comrie –
Aberfeldy, 52 km (Aberfeldy Caravan Park)
Dag 5: Aberfeldy
– Rannoch Station – Fort William, 65 km en trein (Glen Nevis)
Dag 6: Fort
William – Resipole, 55 km en pont (Resipole Holiday Park)
Dag 7: Resipole –
Kinlochan – Tobermory, 40 km en boot (Tobermory Campsite)
Dag 8: Tobermory
– Oban, 38 km en boot (B&B Dana Villa)
Dag 9: Oban –
Carlisle, trein
Totaal: 384 km
Hierna namen we de trein naar Carlisle en fietsen we langs de Hadrians Wall, lees hier verder.
Bike route 2,184,970 - powered by Www.bikemap.net
Hoi allen,
BeantwoordenVerwijderenLeuk avontuur. krijg er zelf zin in.
Volgende week (de week daarna uiterlijk) wil ik er zelf even tussen uit 15 dagen.
Dit avontuur lijkt me wel wat. Maar ik lees dat het een MTB parcours is?
Ikzelf reis met een Koga 'randonneur' en een fietskar gevuld met fotografische materiaal...
Het weer neem ik zoals het komt, maar uit ervaring weet ik dat ik niet graag 'loop' te sukkelen op een MTB pad. Maar jullie hadden een kleine passagier bij dus ik vermoed dat alles al bij al nog meevalt?
Mvg
Daniel
Hoi Daniël,
BeantwoordenVerwijderenDe wegen zijn gewoon verhard, dus prima te doen met een randonneur. Hoogteverschillen kom je wel tegen, dus een goed paar versnellingen en benen heb je wel nodig. Veel plezier het is erg mooi daar, juist ook in de lente.
Groet,
Claar