Beboste bergen, stille
weggetjes en koele rivieren door frisse dalen. Veel koeien en heerlijk zwemmen in
meer, beek of zwembad met waterglijbaan. Je hoort geen auto’s
langs razen. Je hoort ritselen van het gras, de specht kloppen tegen de boom. Tenminste als je jezelf niet hoort hijgen… We fietsen over
fietspaden, landweggetjes en grindwegen. Af en toe dwars door het weiland. We fietsen over
de bergen van de Jura. Een gebied waar alleen Zwitsers op vakantie lijken te
zijn. Geen sneeuwwitte bergen en houten
chalets met geraniums. Maar beboste bergen met simpele dorpjes. De bergen worden steeds een tikje hoger en als toetje hebben we uitzicht op de grote jongens. We volgen voor een groot deel de Jura-bike-route (Mountainbikeroute 3 In Zwitersland loopt van Basel naar het meer van
Geneve). Alleen zijn we niet echt mountainbikeproof. We hebben onze gewone bepakking mee: kampeerspullen in voor- en achtertassen en onze zoon van 6 jaar oud in de aanhangfiets.
Het logo van de
MTB-route is een fietsertje dat omhoog fietst met een rugzakje. Oeps, wij
fietsen met onze volle uitrusting: voor- en achtertassen en Fosse in zijn
aanhangfiets. We worden raar aangekeken door onze medefietsers. Het is zwaar,
het is afzien, maar ook prachtig fietsen. We komen geen auto tegen. Het enige
gemotoriseerde verkeer is een oude trekker die ook moeite heeft om boven te
komen. Al snel moet Fosse afstappen en lopen. Hij stapt vrolijk voor me uit. “Mam,
klaar voor de start…..AF!” En daar ga ik weer twintig meter over het grindweggetje
omhoog. Als we rechtsaf een bospad inslaan rijden we over rotsen, boomwortels
en modder. Ha, de schiebepassage! Aan onze Duitse buren op de camping hebben we
gister gevraagd wat dat rare woord
in het gidsje nu eigenlijk betekent. Schiebe is dus duwen, 15 minuten volgens
het gidsje. En inderdaad fietsen is er niet meer mij. We pakken het in etappes
aan. De Trets (onze aanhangfiets) koppelen we los en één voor één brengen we alles omhoog. Dit
is heftig! Na een hoop gezeul komen we op een alm met jezusbeeld en een hut met
een vuurplaats. Een goeie plek voor een pauze. Daarna valt het laatste stukje
tot de 810 meter hoge pas mee. De afdaling gaat over hobbelende grindweggetjes.
Ik knijp continu in de remmen. Als we het asfalt weer bereiken voelt dat als
zweven. Route 3 gaat verder door het bos, maar wij zwaaien af. Voor vandaag
hebben we even genoeg gehobbeld, getrild en gezwoegd. Een nieuwe helling kunnen
we even niet aan.
De koeien huppelen de
heuvel achter de tent af. Het geklingel en geklangel van hun bellen gaat de
hele dag door. Alleen ’s nachts wordt het rustiger als de koeien ook slapen. We
kamperen op de Franche Montagne, een hoogvlakte met heuvels en sparren. In de winter is het vast een echt
kerstkaart landschap, nu lopen overal koeien te grazen. De camping is niet
zoals je zou verwachten in Zwitserland. De tenten staan niet keurig op een
rijtje, maar op kleine plekjes in het bos. De frambozen groeien achter de tent,
de worstjes liggen te gloeien op het vuurtje voor de tent. En net als de
camping is ook de Jura niet typisch Zwitsers. Geen chalets met geraniums, maar
sjovele dorpjes. Geen witte bergen, maar groene heuvels. Geen hordes Japaners,
zoals bij de Jungfrau. In dit gebied kom je geen toeristen tegen. Alleen
Zwitsers zelf zijn hier op pad en een enkele Fransman. En als we de volgende
dag weer route 3 gaan volgen komen we alleen nog maar koeien en af en toe een
fietser tegen. We fietsen dwars door de weilanden over een smal paadje. Zo smal
dat één
wiel van de Trets naast het pad hobbelt. De poep vliegt om onze oren als we de
Mont Soleil op fietsen.
Na de hoogvlakte gaan
we via La Chaux de Fonds naar de rivier de Doubs. De route loopt door de Gorges
de Doubs. Een kloof is psychologisch niet fijn: eerst naar beneden en dan naar
boven. Alsof je het onheil op jezelf afroept als je langzaam afdaalt. Na een
diepe zucht duiken we de diepte in, een klein grindpad gaat eindeloos naar beneden.
Onder ons stroomt ergens de Doubs, aan de overkant de heuvels van Frankrijk. Dieper
en dieper fietsen we door het bos met boven ons grote rotspartijen. We komen
door wat tunnels en zien een enkele klimmer en wandelaar, maar verder zijn we alleen.
De Doubs blijft altijd op afstand. De rotsbanden boven verdwijnen langzaam uit
beeld. Een eenzame tocht. We worden er stil van. Tot we plotseling bij de Saut
du Doubs zijn: een waterval en trekpleister voor dagjesmensen. Alsof je na een
zware wandeling bij een hut komt en daar ziet dat anderen er met de auto heen
zijn gereden… Plezierbootjes, een bruggetje naar Frankrijk en een restaurant.
Hier begint ook weer het asfalt. Na de drukte bij de trekpleister wordt de weg
weer zoals hij was, maar de betovering is weg. We zwoegen ons nu langzaam de
kloof uit.
Over een bergrug fietsen
we in de ochtend naar een nieuw dal. Het is fris groen met flarden ochtendnevel
en daarboven een cirque van rotsen.
Gras met koeien in het midden van het dal daarboven bos, langs bosrand boerderijen.
Bij hotel Von Bergen in Le Crêt drinken we koffie. Een hotel dat niet is
verandert sinds de jaren 60. We fietsen over kleine weggetjes door het dal over
het gladde asfalt van route 7. Over dit soort weggetjes fietsen is zalig, maar
route 3 lonkt voor de komende dagen. Ergens daarboven loopt de mountainbike
route… Over het asfalt bereiken we
de Col des Etroits (1152m). Een echte pas met een bordje! En dan het cadeautje:
het panorama op de Alpenreuzen. Achter het laagland rond het Meer van Neuchâtel
zien we een hele serie witte bergen. Het andere Zwitserland. Even later zien we
ook de Mont Blanc als eenzame witte reus. Ja Fosse dat is de witte berg! Eerst
dalen we af in de vlakte en dan zwoegen we verder over de flanken van de Jura.
Het is vandaag niet allen zwoegen de berg op, maar ook zwoegen in de hitte. Het
is heet, heter, heetst! De bergen met sneeuw lijken een fata morgana in de
woestijn. Bij elk dorp koelen en blussen we af bij een waterbak. En gelukkig
heeft elk dorp hier minstens één grote bak. Liefst een uitgeholde boomstam met
ijskoud fris helder water. In Vallorbe kunnen we naast de tent zo het zwembad
induiken. Gek genoeg is dat heel erg koud.
Vanaf Vallorbe volgen
we weer route 3. Eventjes kunnen we warm draaien op het asfalt, maar al snel rijden
we over een steil grindweggetje het bos in. We zijn weer alleen met het bos.
Rotswanden om ons heen en langzaam gaan we omhoog naar 1000m. Daarboven moet
ergens het Lac du Joux liggen. Nu richten we ons op het grind voor ons neus en
de bosaardbeitjes in de berm. Regelmatig staan we stil om uit te blazen. Fosse
is al afgestapt en stapt vrolijk voor me uit. Hé Mam, na deze bocht wordt het nog steiler, zeker
16%!
Het Lac du Joux is een
ansichtkaart met bij Le Pont een boulevard langs het meer, badgasten en een café. We blijven de 3 volgen en dat
betekent een ruggetje beklimmen over een weiland. Mijn hellingshoekmeter
bubbelt naar de 20%, terwijl beneden het asfalt lonkt. Waarom doen we dit,
bonst het door mijn hoofd. Dit is toch veel te zwaar! Maar een paar minuten
later ben ik toch blij aan het hobbelen over het bospad. Goed opletten, want er
liggen grote keien tussen. Voordat we ons zelf stoer kunnen gaan vinden worden
we al ingehaald door een zesjarige. Bonjour, roept hij met de laatste klemtoon
omhoog van verbazing. Niet veel later duiken we in het meer. De Dent de Vaulion
torent boven het meer uit aan de kant waar we vandaan komen. Aan andere kant
ligt er nog één rug
tussen ons en het Meer van Geneve.
Het asfalt lonkt
vandaag. Vanaf Lac de Joux fietsen we langs het meer tot aan de voet van de
pas. Daar wacht een helling van 450 m hoogtemeters. We zijn speciaal vroeg opgestaan
om de hitte te vermijden. Na een ontbijtje bij de boulangerie in Le Sentier
staan we nu voor onze laatste bergrug. De hellingen van de gewone weg zijn al
13%. We kunnen de moed niet opbrengen om voor de 3 te kiezen en ruiken stal.
Dus klimmen we over zwart asfalt naar boven. Het Lac achterons is lichtblauw
met daarachter een reeks Jurabergen in verschillende tinten blauw. De Col du
Marchairuz (1450m) is het hoogtepunt van onze tocht. Vlak na de pas wijst de 3
naar rechts het bos in. Maar we zijn in gedachten al aan het zwemmen in het Meer
van Geneve. We zoeven soepel naar beneden. Bijna geen trap hoeven we te doen
tot Rolle. Nog even schrikken we van het bordje: Mont Rolle, maar we blijken er
al bovenop te staan! Met het asfalt komt ook de drukte en een ander leven. Wijnvelden,
sportwagens, toeristen (de eerste Nederlanders sinds anderhalve week). Als de
tent staat duiken we het koele meer in. We zwemmen tussen witte zwanen en een
kasteel. In de verte schimmen van nieuwe bergen.
Hieronder volgt een beschrijving van de route van dag tot dag.
Beschrijving van dag tot dag
Dag 1 Laufen – Delémont 33km
We laten de auto achter op de camping bij Zwingen (ten zuiden van Basel). Camping Rank (http://www.campingrank.ch/index.php?id=13) is een kleine eenvoudige camping met vooral vakantiehuisjes. De camping ligt aan een drukke weg. Langs de beek kun je naar het station in Zwingen wandelen. Van de aardige eigenaars mochten we hier de auto voor 1,5 week achterlaten (1 frank per dag voor betaald).
Eerst fietsen we naar Laufen over een grote weg, om daar de route op te pikken. We volgen mtb-route 3 over een smalle asfalt weg, het dorp uit en omhoog. Later gaat het verder over grindweggetjes, het grootste deel omhoog. Bij een hut in het bos houden we pauze. Na een wat vlakker deel komt een steil en smal weggetje naar beneden naar Grindel, dan weer omhoog over asfalt. Na een pasje gaat het rechtsaf het bos in. Hier begint de Schiebepassage. Door een weide verder tot het pasje (Welschgätterli, 810m). Afdaling over grindwegen tot aan Montsevelier, daarna verlaten we de route en rijden over de gewone weg naar Delémont (vrijwel allemaal naar beneden). De camping van Delémont ligt aan de zuidwestzijde van het stadje. Camping La Grande Ecluse (camping.delemont@bluewin.ch) is een keurige camping langs een beek en vlakbij Delémont. Je kunt zwemmen in de beek (ijskoud water) en in het dichtbij gelegen openlucht zwembad (gratis voor campinggasten).
Vandaag even geen onverharde paden, we volgen regionale fietsroute 23 die het asfalt aanhoudt. De eerste ca. 10 km gaat min of meer vlak. Meerdere keren kruisen we het spoor en meerdere keren moeten we voor gesloten spoorbomen wachten tot een trein voorbij is gereden. Dit deel rijdt je allemaal over fietspaden. Voorbij Bassecourt slaat de route af richting een kloof: de Gorges de Pichoux. Eerst makkelijk stijgen, maar steeds steiler en steeds hogere rotswanden (over een rustige weg). Na de kloof kom je weer in landbouwgebied. De weg stijgt verder. Je rijdt langs abdij Bellelay (http://www.domaine-bellelay.ch/accueil/index.html). Hier rijd je het sparrenbomen paradijs van de Franche Montagne in. De laatste 10 km zijn weer makkelijk. De camping ligt een paar kilometer voor Saignelégier aan de rechterkant van de grote weg. Camping Saignelégier (http://www.campingsaignelegier.ch/) is een leuke camping in het bos. Je mag overal vuurtje stoken, de koeien lopen vlak langs de camping en huppelen door de wei met grote bellen om.
Dag 3 Saignelégier – La Cibourg 37km
Vanaf Saignelégier gaan we een stukje terug en nemen dan route 3 het weiland in. Over een smal pad fietsen we dwars door het weiland. Het eerste deel is vlak, na een kruising met een asfaltweg begint het te klimmen door het bos over een grindweg. Nergens echt heel steil, maar wel lang. Hoogste punt is de Mont Soleil (1248m). In het gidsje staat een schiebepassage aangegeven bij de Mont Soleil, maar je kunt gewoon blijven fietsen. Na de top komt een hekje waar we de kar moeten loskoppelen omdat die te breed is. Een klein stukje door het weiland, maar het grootste deel van de afdaling gaat over asfalt. In La Ferrière verlaten we de route en rijden over een drukke weg naar La Cibourg (bij rotonde links af). Camping La Cibourg (http://www.centrelacibourg.ch/) is een keurige camping met een soort Efteling gevoel. Er is een grote speeltuin en skelters die je gratis mag gebruiken.
Dag 4 La Cibourg – Le Locle 40km
Vandaag is een zware fietsdag. Vanaf de camping pikken we eerst nationale fietsroute 7 op naar La Chaux de Fonds. De route volgt mooie kleine landweggetjes. La Chaux de Fonds is een grote stad waar we dwars doorheen moeten. Vanaf La Chaux de Fonds fietsen we over de gewone weg naar Les Planchettes (zodat we een steile klim in route 3 kunnen overslaan). In Les Planchettes, een klein dorp met niet veel meer dan een kerk, komen we weer op route 3. De route daalt af in de Gorges de Doubs. Het is een eindeloze afdaling over een grindweg tot aan Saut du Doubs, een uitzichtpunt op een waterval waar je gemakkelijk even heen kunt lopen vanaf een picknickplek. Iets verderop kom je bij een restaurant en een aanlegplaats voor boten. Hier begint het asfalt en ook de klim omhoog. Tot het eerste dorpje (Les Brenets) blijven we route 3 volgen dan gaan we over de gewone weg richting Le Locle. De weg gaat nog verder omhoog over een rug. Het centrum van Le Locle ligt laag en de camping aan de overzijde op een heuvelrug. Le Locle is beroemd door de vele horlogemakers. Onderweg naar boven passeren we verschillende bekende merken. Camping La Belle Verte (http://www.labelleverte.ch/) ligt op een heuvel boven het dorp naast het openluchtzwembad. Er zijn veel vaste staanplaatsen en wij hadden de pech dat er net een festival was op het naastgelegen terrein.
Dag 5 Le Locle – Fleurier 39km
Over een weggetje langs de camping gaan we verder. Het stijgen van gister is niet voor niks geweest. 15 tot 20% is de helling, maar gelukkig niet lang. Over een bergrug kom je in een nieuw dal. In Le Crêt kun je verder over fietsroute 7. Deze route loopt over kleine weggetjes door het dal. Na een korte klim volgt een eindeloze afdaling naar Travers. Daar gaat de fietsroute over een heerlijk laagland fietspad langs de rivier de L’Areuse naar Fleurier. Camping Val de Travers http://www.camping-val-de-travers.ch/ ligt vlakbij Fleurier. Het is een simpele camping, met vanaf de camping uitzicht op grote rotswanden.
Dag 6 Fleurier – Vallorbe 56km
Vanaf Fleurier gaan we verder over route 7. Eerst nog even vlak, maar na een afslag naar rechts gaat het omhoog (volgens het bordje: 290m stijgen in 4 km). Ook daarna gaat het nog op en neer via wat kleine dorpjes. Bij een grote weg slaan we linksaf richting Sante Croix en slaan daarvoor af van route 7. Voor de Col des Etroits 1152m moeten we na een korte afdaling nog een stuk omhoog. Sante Croix ligt vlak achter de top. De afdaling naar Vuiteboeuf is heerlijk, met mooi uitzicht en goeie percentages. In Vuiteboeuf gaan we een bosweggetje in naar rechts. We fietsen onderlangs de Mont de Baulmes, via Baulmes, L’Abergement, Lignerolle over kleine weggetjes (veelal omhoog). In Ballaigues kunnen we een fietspad op dat ons rechtstreeks naar Vallorbe voert. De camping in Vallorbe ligt vlakbij het centrum. Camping Pré Sous Ville is een eenvoudige stadscamping maar wel naast het openlucht zwembad (gratis toegang).
Dag 7 Vallorbe – Lac du Joux 19km
Vanaf het centrum van Vallorbe volgen we weer route 3. Kort over asfalt en dan een steil grindweggetje het bos in. We stijgen naar het Lac du Joux dat op 1000m ligt. In Le Pont slaan we rechtsaf en volgen de boulevard langs het meer. We blijven de 3 volgen en slaan vlak na het dorp linksaf het weiland in. Een kort steil klimmetje door het weiland (20%). Daarna fiets je op een soort rug langs het meer, het meer zelf is door de vele bomen alleen nauwelijks zichtbaar. Vlak voor Le Lieu dalen we weer af. De route gaat verder over asfalt langs het meer. Bij Rocheray is een camping met een fiks kort klimmetje. Camping du Rocheray (http://www.camping-club-vaudois.ch/) is een eenvoudige (maar dure) camping vlak boven het meer, met dichtbij de camping een strandje om te zwemmen.
Dag 8 Lac du Joux – Rolle 43km
Langs het meer gaat de route verder naar Le Sentier en de weg naar de Col du Marchairuz. We volgen route 7 omhoog, route 3 gaat onverhard de Col op. Een pittige klim met stukken van 13%. De 7 slaat halverwege rechtsaf, maar wij koersen rechtstreeks aan op Rolle waar wel in camping is en die is er niet in eindpunt Nyon. We blijven de weg volgen de Col op. Daarna dalen we (over de weg) via Saint-George en Gimel af richting Rolle. Camping Rolle (http://www.campingrolle.ch/indexE.html) is een grote camping aan het meer van Geneve en vlakbij Rolle, er is een mooi trekkersveldje direct aan het meer en een strandje waar je kunt zwemmen.
Totaal: 308 km
De route
We hebben een mix gemaakt van verschillende routes. We hebben geprobeerd de lichtere stukken van route 3 te fietsen en die gecombineerd met andere bestaande fietsroutes. Hierbij hebben we de routes zo gekozen dat we elke keer op een camping uitkwamen.
Gidsje
Wij hebben de Routeführer Mountainbikeland Schweiz, 3 Jura Bike gebruikt (zie: mountainbikeland.ch). Dit gidsje wordt uitgegeven in het Frans en in het Duits. De route wordt per etappe kort beschreven en er staan hoogteprofielen in. De beschrijving van de route is summier en er staan ook geen overnachtingadressen in. Achterin het gidsje zit een serie kaartjes van de route die je er uit kunt scheuren. Deze kaartjes zijn goed genoeg om de gehele route op te fietsen. Alternatieve fietsroutes staan niet op deze kaartjes aangegeven. Er bestaan ook Zwitserse fietskaarten waar alle fietsroutes op worden aangegeven.
Heen- en terugreis
We reden met de auto naar Zwitserland, maar het is eigenlijk veel handiger om met de trein (Citynightline) naar Basel te reizen en daar te starten met fietsen. Langs het Meer van Geneve rijden ook treinen en kun je weer terug naar Basel en naar huis reizen. We lieten de auto op een camping achter en Joanne haalde die daarna op met de trein. Met twee keer overstappen was ze weer bij ons beginpunt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten