Op twee uur vanaf Malmö moet de zuidelijkste wildernis
van Zweden liggen. Tenminste zo worden de meren Halen en Raslången
genoemd. Het plan is om een kanotocht van een week door de wildernis te maken. Een
wildernis die je gewoon per openbaar vervoer kunt bereiken is natuurlijk handig, maar wel twijfelachtig. De bus rijdt door een echt Zweeds landschap met
wuivende graanvelden en schattige huisjes. In Olofström stappen we uit de bus en slaan
we eten in voor een week. Op Camping Olofström krijgen we nog geen wildernis
gevoelens. Bij de steiger laden we de huurkano in met onze kampeeruitrusting en
de boodschappen. De boot zit met onze familie van drie lekker vol, maar we
komen bij lange na niet bij het maximumlaadvermogen van 400 kilo. Al bij de
eerste peddelslag zijn we in ons sas. We steken de baai over en zetten koers
naar een klein eilandje. Een mini eiland met als een soort ark van Noach van
elke boomsoort één. Dit is het begin van de wildernis.