woensdag 18 januari 2012

Fietsen in Engeland in de winter


We voelen ons alsof we op expeditie gaan. Als mensen informeren naar onze vakantieplannen (een huwelijksreis nog wel) kijken ze ons meewarig en verward aan. Fietsen in Engeland? En dan ook nog in de winter? Zijn jullie gek geworden? Is dat leuk? Tsja, dat vragen we onszelf ook af. Het begon als een wild idee een paar jaar geleden. Als we in Nederland kunnen fietsen in de winter, waarom dan niet in Engeland? We hebben het toen nog uit ons hoofd laten praten en eigenlijk is dat de belangrijkste reden om nu wel door te zetten. Als we het nu niet doen durven we nooit meer.
We bereiden ons extra goed voor op onze tocht. Goede handschoenen, mutsen en warmteondergoed worden klaargelegd. De fietsen krijgen een extra beurt. En we schaffen speciale overschoenen aan om te voorkomen dat onze voeten eraf vriezen.

In vol ornaat stappen we ’s morgens in een natte grijze wereld, jassen hoog dicht, helmen op, overschoenen over en regenbroek aan. We twijfelen. Waarom zitten we niet degelijk op een mooi Grieks eiland of in de winterzon in Oostenrijk? Eigenlijk hebben we een hekel aan regenbroeken. Op al onze tochten hebben we steeds geweigerd om er in te fietsen, maar nu moeten we er toch aan geloven. En het werkt: we worden niet zo nat! Ook de overschoenen zijn een goede uitvinding. Natte voeten is het ergste wat er is. We fietsen de hele dag door regen en mist over kleine Engelse weggetjes. Nog steeds weten we niet of dit nou leuk is, maar terwijl mijn haren aan mijn hoofd geplakt zitten en de druppels van mijn neus lopen fiets ik wel met een grijns op mijn gezicht. Ja, misschien zijn we wel gek.

Overleven
Veel meer dan anders zijn we gericht op overleven. Onszelf niet overschatten, het warm houden en genoeg eten. De essentie van het fietsen is teruggebracht tot warmte en energie. Al na de eerste dag blijkt dat fietsen in de winter anders is. Fietsen we in de zomer makkelijk 100 kilometer op een dag, nu zijn we blij als we er 50 halen. De dag is maar kort, om vier uur is het donker en koud en wil je binnen zijn. Die toch al korte periode van daglicht wordt voor een groot deel in beslag genomen door de lunch, zodat er weinig tijd overblijft om te fietsen.
We krijgen meteen te maken met het echte Engeland; veel regen en veel vet eten. Met name het ontbijt is een belangrijk item. We starten met een full English breakfast, maar er vallen steeds meer ingrediënten af. Nadat de witte bonen in tomatensaus, het worstje en het fried bread gesneuveld zijn, blijven over het ei, de bacon en de tomaten, en zelfs dat in een kleine portie en niet elke dag. Terwijl ze ons arme fietsers toch het liefste helemaal vol stoppen.

York is een leuke stad met een groot centrum met vele kleine straatjes, daaromheen een echte oude stadsmuur waar je overheen kunt wandelen. Door de vele regen die hier is gevallen staat de rivier abnormaal hoog en om de pubs te bereiken die er langs liggen moet je over de zandzakken op de drempel heen stappen. Onze B&B, The Ascothouse ziet er net zo uit als het klinkt. Engelsen houden van gezellige volle huizen, zeker in deze kersttijd. The Ascothouse is dan ook van onder tot boven gedecoreerd met bloemetjes behang, Perzische tapijten, kerstslingers en schilderijen met fruitschalen.
We zijn in Engeland dus bestellen we een tea in een van de vele tearooms. Tea is een serieuze zaak. Je krijgt minstens drie potten voor je neus: thee, heet water en melk. De thee maken ze veel te sterk, zodat heet water nodig is om het te verbeteren. Dat lukt nooit helemaal dus is er melk om de smaak te verzachten. Dit is een hightea dus krijgen we sandwiches, scones en cake; aan eten geen gebrek. Na oud en nieuw in York te hebben gevierd, onze buiken nog vol, vertrekken we richting het noorden. We hebben, over de kaart gebogen, onze route uitgestippeld door een aantal nationale parken: de Yorkshire Moors, de Yorkshire Dales en het Lake District. We houden er niet van om een route achterna te fietsen; vinden het veel te leuk om zelf te beslissen of we rechts- of linksaf gaan. Achteraf blijkt onze route ongeveer samen te vallen met de Coast to Coast Cycleway.

De heuvels beginnen een eindje buiten York, meteen pittige hellinkjes ook. Zeker voor onze nog Nederlandse fietsbenen. Al snel komen we een bordje tegen met 17% en een bijbehorend steile helling vlak voor ons. Van de zenuwen ligt mijn ketting eraf. Hijgend, hoestend en puffend komen we boven. We zijn een beetje in paniek: “dit kunnen we helemaal niet!” Een vertrouwd geluid, dat hebben we elke keer bij de eerste helling. We zijn dol op fietsen door de bergen, maar worden toch altijd zenuwachtig als we ze ook daadwerkelijk voor ons zien. We vergeten gewoon dat het ook hard werken is.
In de middag fietsen we de Yorkshire Moors in, ook hier regent het. Net als we ons behoorlijk zielig voelen stopt er een tegemoetkomende auto. Het is de mevrouw van onze B&B. Ze moet nog naar het dorp, maar de deur is open en de kachel aan! Dat is anders dan onze zomerse tochten. Normaal fietsen we gewoon onze neus achterna tot we geen zin meer hebben, nu moeten we toch het één en ander plannen. Elke ochtend bellen we een B&B uit ons grote boek, zodat ze ons verwachten.
Een ijskoude afdaling brengt ons naar de B&B, daar wacht ons een warm bad. We nestelen ons op bed met onze witte ochtendjassen en de blaadjes die in de kamer liggen: country house, horse and hound en coutry lady. We zetten thee en eten de bijbehorende koekjes van het dienblad. De natte spullen hangen over de verwarming te drogen. Dit is geen straf, dit is pure verwennerij. Wie had het over expeditie?

Na weer zo’n vettig ontbijt laden we alles op om verder te gaan. Ondanks dat de fietsen een nacht in de regen hebben doorgebracht lijken ze in orde. Alleen is het foam van het stuur nat, dus kunnen de handschoenen niet aan. En dat is wel nodig: het is koud, het is helder en we zien de eerste sneeuw. Het gaat meteen goed omhoog richting Hawnby; het is zwoegen én het is prachtig. We genieten terwijl we omhoog fietsen in een hagelbui. Dat plaatsje Hawnby zien we niet, wel veel hagel, sneeuw en heel vreemde wegen. Die Engelsen snappen er niets van! Geen Franse rustig stijgende wegen, geen Italiaanse zo-kort-mogelijk-dwars-door-alles of Spaans mooi-over-elke-rug. Nee: zo veel mogelijk op en neer en dan liefst zo steil mogelijk en met een scherpe bocht onderaan. De 33% hebben we al binnen. Samen met een glad wegdek genoeg reden om te gaan lopen. De afdaling wordt gevolgd door 26% omhoog. Naast op en neer, kronkelen de wegen ook nog alle kanten op. Je richtinggevoel laat het hier totaal afweten. Maar dan die Moors! Prachtige uitgestrekte heidevelden. Allerlei wolkenpartijen erboven en vergezichten ernaast. De kleuren hier in de winter zijn prachtig. Het groene gras steekt af tegen de strogele velden, de paarsige moors en de ijsblauwe lucht. Na twee uur fietsen en slechts 15 kilometer verder, hebben we enorm genoten en zijn we zeiknat van de hagel en sneeuw.

Kom maar terug in de lente
We mountainbiken langs de snelweg, maar steken snel over bij een wegrestaurant. Een soepje, een openhaard en een uur later zijn we weer geheel opgewarmd en rijden door richting Middleham. Minder moor, minder helling wel aantrekkelijk. We horen steeds een vogeltje piepen. Hij vliegt gezellig met ons mee. De nacht in de regen heeft de fietsen geen goed gedaan; de olie die we erop smeren helpt weinig. Bij Bedale maken we een tweede stop, we drinken thee en maken dan weer tempo om voor het donker binnen te zijn. Het is prachtig met ondergaande zon, kleine weggetjes en veel schakelen. De lichten moeten aan om de weg te vinden. In het donker bereiken we Middleham, met een heerlijk hotel aan de markt.
’s Ochtends springen we uit bed als we paardenhoeven horen klepperen. De borden pas op racehorses hadden ons erop kunnen voorbereiden. Nu worden we gewekt door het geklikklak van de groepen paarden en hun jockeys voor de eerste training. Naast geklikklak ontdekken we een laag verse sneeuw. We verheugen ons op een dag over besneeuwde wegen fietsen. Boven het witte landschap een prachtige blauwe lucht. Zoveel zon hebben we nog niet gezien. De mevrouw van Hotel Richard III vindt dat we in de lente terug moeten komen omdat het hier dan prachtig is. We zijn het niet met haar eens. In de lente is het ongetwijfeld fris, groen en lieflijk, maar wij houden wel van wild, ruig en ijzige temperaturen. We fietsen over maagdelijke sneeuw en nemen de tijd om te genieten. Wauw, wat is het mooi!
We komen nu in het Wensleydale, één van de Yorkshire Dales. In het dal stroomt een rivier, waarlangs de verschillende dorpjes liggen. De ommuurde weilanden, met daarin yorkshire-schapen (inclusief rastahaar en horens), en het woeste gedeelte liggen daarboven. Wij slingeren en golven zo’n beetje door de weilanden. Einddoel vandaag is Hawes; een klein dorpje met één hoofdstraat dat het centrum vormt van dit dal.

Langs de kant van de weg staan vele wandelbordjes, die recht het weiland in wijzen om een wandelroute aan te geven, dat is spannend! We laten de fietsen staan en banjeren dwars door de weilanden naar boven. Langs schapen, die nu veel minder bang zijn nu we niet op een fiets zitten. Door sneeuw en modder lopen we aan de noordzijde van de heuvel, net buiten het bereik van de zon. Boven lijkt het nog het meest op een gletsjer: geen kleuren, heel veel grijstinten. We doen een “rondje” rond de top. Het is bizar boven en indrukwekkend mooi. Prachtige witte vergezichten en ondertussen zakken we telkens door het ijs, de sneeuw en de modder.
s’ Avonds eten we in een pub met echt haardvuur. Er hangt een certificaat: best openfire pub of the year. Elke pub heeft hier zijn eigen certificaat, waardoor de waarde flink afneemt.

Als we weer verder fietsen is de eerste helling is ook meteen de zwaarste van de dag. En dat met koude spieren! Het is nog steeds prachtig weer met veel zon, maar wel ijzig koud. We kiezen voor de mooie weg en niet voor de gemakkelijke. Na het eerste pittige stuk blijkt het verder mee te vallen. Er volgt een lange helling met prettige percentages. Ook met de fiets komen we nu in de wilde weides bovenop. Na de pas volgt een lange én ijskoude afdaling. “Zijn we dit allemaal omhoog geklommen?” We dalen en het wordt steeds lieflijker, maar ondertussen vriezen onze tenen en handen eraf. Hoe goed je ze ook inpakt, uiteindelijk helpt niets. In Dent warmen we een beetje op bij een kop warme chocola en een scone. Dan gaat het verder naar beneden tot Sedbergh en zo wordt het wel een heel relaxte dag. We betrekken onze cottage en genieten ervan dat we ons eigen eten kunnen koken. Na al dat engelse pubfood smachten we naar een bordje pasta met groenten.

IJs ijser, ijst en nog een lekke band ook
We rijden over prachtige landweggetjes, geheel verlaten, over net zo’n mooie ijsvloer als Thialf. En fietsen op ijs is doodeng, zo ervaren we. Ook al rij je stapvoets, je maakt zo een schuiver. Zeker met bagage kun je je fiets gewoon niet houden. En dan ook nog de eerste lekke band. Echt fietsen is er niet bij.
Na Kendal begint het Lake District, met prachtig uitzicht op sneeuwtoppen in de verte. Een lange afdaling brengt ons bij het water. Met een pont steken we het Windemere over. Langs het volgende meer fietsen we naar Hawkshead, een schattig dorpje. We logeren er in een leuke B&B bij een strenge keurige mevrouw. Zij raadt ons een wandeling aan. Ik denk eerst dat ze het heeft over een ommetje naar het townhouse, maar het blijkt Tarn Hows te zijn. Een hoog gelegen idyllisch meertje, dat door mensen is aangelegd en werd aangekocht door Beatrix Potter die in de buurt woonde en van dit landschap hield. De winkels in het dorp staan vol met souvenirs van Peter Rabbit. We lopen het dorp uit en al snel stappen we weer vrolijk tussen de schapen en beklimmen we ladders over muurtjes. De wandeling is inderdaad erg mooi, met uitzicht over het meer vol romantische eilandjes en daarachter de witte bergen. Er wordt zelfs geschaatst. Helaas is het geheel erg geliefd bij de Engelsen, dol als ze zijn op romantische parken. Veel brede paden dus. In de zomer schijnt het hier vol te zitten met picknickende families, nu is er bijna niemand. We lopen verder over een oude pakpaardenroute en beklimmen de Iron Keld. Tussen de schapen voelen we ons intussen aardig thuis. De klim naar de top is de moeite waard, je hebt er prachtig uitzicht naar alle kanten: de meren waar dit gebied zo beroemd om is, de hoge bergen (zelfs de hoogste van Engeland) en een door de zon beschenen zee in de verte. De Ierse zee waar we heen op weg zijn. We lopen door smalle laantjes naar beneden. In de tearoom belonen we onszelf met warme chocola met slagroom en marsmellows en citroenmerenge en carrot-walnutcake. Energie opbouwen noemen we dat.

De laatste etappe brengt ons bij de zee. Langs het Coniston Water fietsen we relaxt, met wind mee. Over de laatste hobbels bereiken we Ulverston. De zee had ik me anders voorgesteld. Het heeft wel een zandstrand, maar dat is geheel begroeid met allerlei grassen en half bevroren, ook ontbreekt een bijbehorende strandtent. Zoals vaak bij fietsvakanties blijkt het einddoel tegen te vallen, maar de route erheen maakt alles goed. Het was een prachtige tocht, door regen, mist, sneeuw en zon. Maar expeditie, nee toch niet. Daar zijn de B&B (met name de laatste b) en de vele warme pubs met echt haardvuur te luxe voor.

Van deze reis is een artikel verschenen in Op Pad: Brrritain by bike, honeymoon op glad ijs                                                       (2005-1). www.oppad.nl


Informatie

De tijd
Fietsen kan altijd, wel moet je je aanpassen aan de omstandigheden. De dagen zijn kort in de winter, en je hebt bij kou ook minder energie. Houd rekening met kortere dagafstanden dan normaal.

De route
De hellingen zijn af en toe pittig, maar nooit lang. De kleine fietsvriendelijke weggetjes zijn talrijk en goed te vinden. Enkele passages over grote wegen. Eén maal moesten we een snelweg oversteken. In Engeland fietsen ze natuurlijk links, dat is even wennen, vooral op rotondes en op stille weggetjes met een enkele tegemoetkomende auto.

Overnachten
In de winter is het prettig om ’s nachts droog en warm te overnachten. Wij kozen daarom voor hotels en B & Bs. Het is wel handig om ze van te voren te bellen omdat ze niet allemaal buiten het seizoen open zijn. Uiteindelijk waren er altijd voldoende opties op fietsafstand.

Uitrusting
De fiets moet voorzien zijn van banden met een goed profiel en verlichting. Met gladde wegen (door bevriezing) blijft het altijd oppassen. Pekel is erg slecht voor de onderdelen van je fiets, zorg dus dat die onderdelen met speciale olie zijn ingevet en dat je pas gestrooide wegen zoveel mogelijk mijdt.
In de (100% waterdichte) tassen hadden we genoeg warme en droge kleren, een slaapzak en bivakzak voor noodgevallen. De uiteinden van je lichaam worden het eerste koud, dus denk vooral aan mutsen, handschoenen en overschoenen.
Een gasbrander is niet echt nodig, je komt regelmatig pubs tegen. Daarnaast hebben bijna alle B&B's een waterkoker en theezakjes op de kamer.

Van dag tot dag
Dag 1: York - Laskill Farm (dichtbij Hawnby) 50 km
Dag 2: Laskill Farm – Middleham 59 km
Dag 3: Middleham – Hawes 11 km
Dag 4: Wandeling 1(Hawes)
Dag 5: Hawes – Sedbergh 14 km
Dag 6: Sedbergh – Hawkshead 44 km
Dag 7: Wandeling 2 (Hawkshead)
Dag 8: Hawkshead – Ulverston 28 km

Geen opmerkingen:

Een reactie posten