Na vele fietsvakanties met z'n tweeën is dit de eerste
familiefietstocht met onze zoon Fosse. Aan het eind van de vakantie vieren we
zijn eerste verjaardag. Van te voren hebben we in Nederland dagtochtjes en een
langweekend gefietst om alles uit te testen. Een nieuwe tent, een nieuwe
fietskar en een hoop extra bagage gaan mee. Voor onze eerste fietsvakantie met
kind kozen we voor Frankrijk aangezien er veel campings zijn en we dus korte
dagafstanden kunnen afleggen. Het was een zeer relaxte fietsvakantie met veel
tijd voor lummelen op de camping en lange pauzes onderweg. Gemiddeld hebben we
om de dag gefietst. Hoogtepunt van de vakantie was de beklimming van de Mont
Ventoux, zonder bagage, maar met Fosse in de fietskar.
Fietsen van dag tot
dag
Avignon -
L'Isle-sur-la-Sorgue
We komen aan met de nachttrein. Het afladen van de fietsen kost veel tijd, zodat we pas laat
op weg zijn. Het is warm, heel warm en we fietsen door de buitenwijken van
Avignon (D58). Het is moeilijk om de juiste weg te vinden, laat staan een
leuke. We moeten wennen aan de warmte en aan het fietsen met zo’n kostbaar
vrachtje achter je. Vlak nadat we stad uitrijden houden we pauze in een
weiland. We zetten Fosse op een matje en eten onze eerste stokbroodjes. Echte
rust is er niet bij. Rondom liggen stenen en die wil Fosse allemaal
proeven. Na de lunch staat het eerste pijltje op de kaart (een helling van meer dan 4 %). Het voelt alsof er iemand achter me aan het waterskien is. Ik
kom nauwelijks vooruit! De afdaling die volgt maakt ons weer vrolijk en met
wapperende haren fluiten we een liedje. Na deze helling is het vlak tot Sorgue
(D25). Iets voorbij het stadje vinden we een camping. Een stukje gras en
schaduw, meer hebben we ook niet nodig.
L'Isle-sur-la-Sorgue
- Gordes
Via kleine weggetjes gaan we weer verder (N100, D99, D110).
Het is prachtig fietsen, maar wel erg zwaar. Bovenop een rug hebben we uitzicht over de Luberon. Na wat dwalen belanden we op de D2. Deze weg is breed
en druk, maar we weten wel zeker dat we de goeie kant op gaan. Gordes ligt nog hoog
boven ons. We zwoegen omhoog en langzaam lijken we dichterbij te komen. Hijgend
en piepend fietsen we het dorpsplein op en komen tot stilstand bij het eerste
terrasje. De top is bereikt! Fosse krijgt een flesje en wij een orangina. De
camping ligt nog een paar kilometers voorbij het dorp. We zijn dus nog niet
klaar en moeten verder omhoog. Het laatste stukje tot de camping is zo steil
dat er niet valt te fietsen. Samen duwen we de fietskar omhoog. De camping (Camping
les Sources) is al dat geploeter wel waard. We zetten onze tent op één van de terrassen
met bomen, een duik in het zwembad met uitzicht over de vallei bewaren we voor
morgen.
Gordes - Lourmarin
Na al het stijgen van de vorige fietsdag, mogen we vandaag
incasseren. We zoeven terug naar Gordes. Daar nemen we de D102. Wow, wat een
stijl stuk in het dorp! De weg duikt de diepte in. Het voelt alsof ik zo over
de kop kan slaan over het stuur en de fietskar me elk moment links kan komen
inhalen. Het is heerlijk fietsen vandaag. Mooie kleine weggetjes door
wijnranken en lavendelvelden (D156, D60, D108). In de verte zien we de
heuvelrug die we straks nog op moeten. We passeren de Pont Julien en een klein
stukje is er een echt fietspad. Dan gaan we omhoog over de D149 naar Bonnieux.
Fosse slaapt en wij kunnen rustig klimmen. Nu en dan pauzeren we in de schaduw
van een boom en nemen een slok uit de bidon. Na Bonnieux hoeven we niet veel
meer te klimmen. Vanaf boven hebben we nu een prachtig uitzicht over de
Combe-de-Lourmarin (D36), een nauwe kloof met imposante rotswanden. Ontspannen
kunnen we van het uitzicht genieten en rijden we al freewheelend naar
Lourmarin. De camping ligt een paar kilometer buiten het dorp aan de D56.
Lourmarin - Manosque
Vandaag fietsen we aan de zuidzijde van de Luberon. We
volgen de voet van het gebergte en rijden via Cucuron richting La Bastide (D27,
D189, D120, D42). Het grootste gedeelte gaat omhoog en we passeren
verschillende kleine dorpjes. Het volgende deel naar Ste. Tulle daalt weer veel
meer. Over de D27 en D6 fietsen we door bossen en velden. In Ste. Tulle willen
we kamperen. Helaas blijkt niemand de camping die op onze kaart staat te
kennen. We fietsen een tijdje heen en weer door het dorp, maar vinden de
camping niet. Om onze energie weer op te laden eten we met z’n drieën een zak
abrikozen leeg. Over een klein wit weggetje gaan we richting Manosque (een iets
grotere stad in de buurt). Helaas komt dit mooie kleine weggetje even later uit
op een grote drukke weg. Voor verder zoeken hebben we geen puf meer, dus we
besluiten over deze weg (N96) verder te fietsen. In Manosque is gelukkig een
camping municipal (aan de westzijde van de stad). Als we hier direct heen waren
gereden had dat veel kilometers gescheeld.
Manosque -
Gréoux-les-Bains
Vanuit Manosque steken we de rivier de Durance over. Daarna
volgt een flinke klim over een iets te drukke weg (D82). Bovenop de heuvelrug
staan we tussen de wuivende klaprozen en lavandelvelden. In de verte
sneeuwtoppen! Het voelt of we nu echt de bergen inrijden. We dalen af naar Gréoux
en stoppen bij een terrasje. Terwijl wij genieten van de koffie, eet Fosse zijn
eerste croissant. Hij zit te smullen. We vinden een camping langs de Verdon. Vanaf
ons plekje zien we ’s avonds bevers over de rivier zwemmen.
Gréoux-les-Bains -
Valensole
Vanaf Gréoux gaat het weer omhoog. Een lange klim met hele
stukken 8-10% (over de D316 en D82). Doodvermoeid staan we af en toe uit te
puffen. Wow, wat is dit zwaar! Maar wat een prachtig uitzicht over het stuwmeer
dat hier in de Verdon is aangelegd! Het kleine weggetje naar
Allemagne-en-Provence is lekker rustig, maar ook erg slecht. We slalommen van
links naar rechts om de ergste kuilen te vermijden en schieten niet op. In
Allemagne komen we weer op krachten bij het plaatselijke barretje tegenover het
kasteel. Onderweg naar Valensole begint het te regenen (D15). Eigenlijk wel
lekker zo’n verfrissend buitje. Rond Valensole liggen veel lavendelvelden, met
hun paarse ruggen die golven over de heuvels.
Valensole -
Forcalquier
Het is weer prachtig, warm ook. De D15 en D4 brengen
ons in Oraison. Wow, hebben we al dit dalen echt zelf verdiend? We steken weer
de Durance over. De weg naar Forcalquier (N100) is niet leuk, ook al geeft onze
kaart een groen lijntje aan. Maar een alternatief is er niet. Het is bloedheet,
de weg is te breed en de auto’s rijden te hard. Langzaam stijgen we en komen
dichter bij Forcalquier. Het dorpje en de camping zijn gelukkig wel leuk. Vanaf
de camping kunnen we zo naar het dorpje lopen om verse broodjes te halen.
Verder vermaken we ons voor de tent, in de speeltuin en het zwembad.
Forcalquier -
Simiane-la-Rotonde
Een prachtige fietsdag over kleine witte weggetjes. Na de
saaie weg van gister besluiten we liever een beetje om te fietsen, maar wel
over prettige wegen. We schieten dus nog minder op. We nemen eerst de D16 naar
het zuiden. Dan gaan we over de D5 en D18 naar Simiane. Vooral het laatste stuk
is prachtig. Een klein kronkelend weggetje door een bos. En ideaal voor fietsers
want het stijgt of daalt nauwelijks. Als we desondanks vermoeid aankomen in
Simiane blijken we de camping 5 km geleden voorbij gereden te zijn. We hebben
geen zin meer om verder te fietsen en zoeken een hotelletje (Auberge La
Fontaine, www.gite-la-fontaine.com).
De Auberge ligt maar een klein stukje van het dorp af en we kunnen er ’s avonds
eten. Terwijl wij genieten van onze maaltijd zit Fosse in zijn kar naast onze
tafel op zijn duim te zuigen (hij heeft voor wij gingen eten al een potje
gekregen).
Simiane-la-Rotonde -
Sault
Simiane ligt op een bergflank dus moeten we alleen al flink
klimmen om het centrum van het dorpje te bereiken. Daarna stijgen we verder
door de bossen en velden. Via de D18 en D166 komen we in St. Christol. Hier
kunnen we onze voorraden weer aanvullen en geld pinnen. De weg richting Sault
is breed, maar rustig (D244). En opeens zien we voor ons de Mont Ventoux. Een
duin met een vuurtoren erop, lijkt het wel, zo uit de verte. Maar ietsjes hoger… Het
begint te kriebelen. Aan het begin van de vakantie dachten we dat de Mont
Ventoux te hoog gegrepen zou zijn, maar na al dat stijgen van de afgelopen
dagen hebben we meer vertrouwen gekregen. Misschien gaan we toch een poging
wagen. Eerst volgt het klimmetje naar de camping, die natuurlijk weer boven het
dorp ligt (aan de D950).
Sault (715m) - Mont
Ventoux (1912m) – Sault (715m)
En vandaag gaan we ervoor, een poging om de Mont Ventoux te beklimmen. Eindelijk hebben we voordeel van het feit dat Fosse
elke ochtend om 6 uur wakker is. Om 7 uur gaan we op pad. De tent laten we
staan, zodat we superlicht fietsen vergeleken bij de laatste dagen. Na een
snelle kop koffie in Sault rijden we het dorp uit (D164 en D974). Het eerste
stukje gaan we nog naar beneden, maar daarna begint de echte klim. We zijn zenuwachtig
dat we het nu echt gaan doen. We hebben onszelf tot 1 uur gegeven om boven te
komen. Als we dat niet halen gaan we terug. Om de 100 hoogtemeter wisselen we
de fietskar. We trappen rustig en stijgen door het bos. Niemand is nog op pad
zo vroeg. Fosse krijgt een banaan en valt daarna in slaap. Na het eerste steile
deel komt een makkelijker deel. We kunnen zelfs iets opschakelen. Sneller dan
verwacht zijn we bij Chalet Reynard. We stoppen niet, maar rijden door naar
boven. Nu komt het kale deel. Steil en winderig is het hier. De eerste mannen
in snelle pakken halen ons in. Hun mond open van verbazing als ze ons passeren.
Een opgestoken duim en een “bravo” en dan stampen ze langzaam voorbij. Fosse
wordt weer wakker, maar het is koud en het waait. Doorfietsen maar. Het is 11
uur en we zijn boven! Yeah! We zetten de fietsen neer en vluchten het souvenirwinkeltje
in. Het is de enige plek uit de wind en de zon. Fosse heeft een schone luier
nodig en heeft honger! Achterin het winkeltje verschonen we hem en even later
zit hij om het hoekje rustig zijn flesje te drinken. Na een topfoto dalen we
snel weer af. In Chalet Reynard vieren we onze prestatie met taart. Tijdens het
dalen zien we dat we niet de enige zijn die vandaag omhoog gaan. Een eindeloze
stroom fietsers is nog aan het zwoegen. Sommige soepel en solide, andere lopen
met de fiets in de hand.
Sault -
Villes-sur-Auzon
Na onze topprestatie van gisteren volgt een zeer relaxte
dag. Eerst dalen we vanaf de camping door het dorp naar beneden. Via een klein
weggetje gaan we richting de Gorges-de-la-Nesque (D942). Eerst gaat het licht
omhoog. Links zien we de kloof in de diepte. Bij het uitzichtpunt bovenop
houden we een bananenpauze. We kijken uit over een spectaculair landschap.
Grote rotswanden en de weg die daar doorheen slingerd. Hoog boven ons zien we
weer die bekende kale top. Een eindeloze afdaling door de kloof volgt. Het
daalt maar ligt zodat we heerlijk rustig naar beneden glijden.
Villes-sur-Auzon -
Avignon
Over de D942 gaan we naar Mazan. Het lijkt een drukke nare
weg, maar het valt mee. Met vals plat naar beneden gaat het lekker. Over de D1
en D4 gaan we verder naar St. Didier. Terwijl wij op een terrasje zitten zijn
ze het dorpsfeest aan het voorbereiden. Via de D28 gaan we naar Pernes en dan
over de D38, D6 en D62 naar Avignon. Bij Vedene verdwalen we bijna, maar na
even navragen gaat het goed. Op het gevoel fietsen we dwars door het centrum.
Op een eiland in de Rhone vinden we een camping. Zo zitten we op loopafstand
van het centrum. Vanaf het eiland kun je zowel met een brug als met een pontje
naar de overkant.
Heen- en terugreis
Per autoslaaptrein reizen we van Den Bosch naar Avignon
(eerst met de gewone trein naar Den Bosch). We hadden een driepersoonscoupé
voor onszelf. De fietskar kon ingeklapt in de coupé op het bovenste bed, Fosse
sliep in zijn tatteljeebedje op de grond. Fietsen gaan op een speciaal karretje
op de autowagons (hier passen geen fietskarren op). Het laden en lossen van de
fietsen duurt vrij lang waardoor je in Avignon pas wat later op de dag weg kunt
fietsen. De trein komt in Avignon aan op een klein stationnetje aan de
zuidzijde van de stad, waar nauwelijks voorzieningen zijn. Zie:
www.autoslaaptrein.nl
Tips
- In de fietskar kan het flink warm worden. We hadden gaten in een witte handdoek geknipt zodat deze precies in de kar paste, zo werd het minder heet en konden we de handdoek af en toe uitwassen.
- Bij de Decathlon kochten we een regenpakje voor Fosse. Het regende maar één keer, maar ook toen kon hij kruipen door het gras. Ze hebben bij de Decathlon meer buitensportkleding in kleine maatjes, soms moet je de goede maat wel bestellen.
- Er loopt door de Luberon een bewegwijzerde fietstocht, die deels gelijk loopt met onze tocht. De tocht loopt van Cavaillon via Apt, Forcalquier, Manosque en Lourmarin weer terug naar Cavaillon. Zie: www.provenceweb.fr
Paklijst
- Fietsen: Snel Expedition (www.sneltweewielers.nl).
- Fietskar: Chariot Cougar 2 (www.chariotcarriers.com).
- Tent: Hilleberg Keron 4 GT met grondzeil (www.hilleberg.com).
- Fietstassen: voor- en achtertassen van Ortlieb en één rol (met alle matjes en slaapzakken).
- Bedje: Tatteljeewieg (www.tatteljee.nl).
- Rugdrager (achterop de fietskar gebonden).
Reisschema
dag 1: vertrek per nachttrein naar Frankrijk
dag 2: aankomst in Avignon en fietsen Avignon -
L'Isle-sur-la-Sorgue (30 km, 2 uur)
dag 3: rustdag
dag 4: fietsen L'Isle-sur-la-Sorgue - Gordes (20 km, 2 uur)
dag 5: rustdag
dag 6: fietsen Gordes - Lourmarin ( 38 km, 2 uur)
dag 7: fietsen Lourmarin - Manosque (58 km, 5 uur)
dag 8: rustdag
dag 9: Manosque - Gréoux-les-Bains (19 km, 1,5 uur)
dag 10: rustdag
dag 11: Gréoux-les-Bain - Valensole (34 km, 3,5 uur)
dag 12: Valensole - Forcalquier (36 km, 3 uur)
dag 13: rustdag
dag 14: rustdag
dag 15: Forcalquier - Simiane-la-Rotonde (40 km, 3,5 uur)
dag 16: Siminane-la-Rotonde - Sault (30 km, 3 uur)
dag 17: rustdag
dag 18: Sault - Mont Ventoux - Sault (60 km, 1200 meter
stijgen, 5 uur)
dag 19: Sault - Villes-sur-Auzon (35 km, 2 uur)
dag 20: rustdag
dag 21: rustdag
dag 22: fietsen Villes-sur-Auzon - Avignon (53 km, 3,5 uur)
dag 23: vertrek per nachttrein naar Nederland
dag 24: aankomst in Nederland
Totaal: 453 km
Totaal: 453 km
Geen opmerkingen:
Een reactie posten