Fietsen
in Noorwegen betekent veel natuur, rustige weggetjes, eindeloze bossen en fiks
klimmen. Maar ook frambozen eten van de struik, zwemmen in het fjord en
broodjes bakken boven een kampvuur.
Deze
tocht maakt een rondje door het zuiden van Noorwegen. Het eerste deel volgt
de Noordzeeroute. Je
fietst door, het voor Noorse begrippen, drukke kustgebied. Hier vind je veel
kleine dorpjes met uitspanningen, strandjes en zomerhuisjes. De witte dorpjes,
met houten huizen zijn ook voor de Noren zelf een geliefd vakantieoord, vandaar
de drukte. Het landschap is een afwisseling van eilanden, water en korte
pittige hellingen. Na een paar dagen langs de kust gaat de tocht het binnenland
in en wordt het direct ruiger. De hellingen worden langer, de bergen hoger en
de cafés schaarser. Via het Setesdal gaat het zoveel mogelijk over kleine weggetjes
naar het noorden. Vanuit het Setesdal moet je een bergpas over, die je in Dalen
brengt. In dit dorp begint het Telemarkkanaal. Met de fiets op de boot wordt in
een dag een lang stuk door de bergen vermeden. Zo kun je een dagje vanaf het
dek van de bergen en meren genieten. Vanaf Lunde kun je redelijk makkelijk weer
terugkeren bij het beginpunt.
Langs de kust zijn vrij
veel campings. In het binnenland is de keus minder groot. Als de dagafstanden
niet zo groot zijn is het nodig om af en toe wild te kamperen en of een hotel
of berghut te bezoeken.
Dag 1 Krägerø - Risør (41 km)
De fietstocht start in Krägerø.
Een klein dorpje aan de kust zo'n 150 kilometer ten zuidenwesten van Oslo. De
auto kan (tegen een kleine vergoeding) op de camping staan (Lovisenberg
Familiecamping).
Het is een grote camping met veel vaste staanplaatsen, maar ook met een
natuurlijk zwembad in de rotsen en een klein zandstrandje. Het is er behoorlijk
druk zo midden in de zomer. Krägerø bestaat uit houten huisjes en smalle
straatjes en een plein met een fontein. Zeker als het mooi weer is, is het een
levendig dorpje met veel winkels. We volgen fietsroute 1 (noordzeeroute) die
staat aangegeven. Van Krägerø varen we met de “Jesper” naar Stabbestad. Vanaf
de aanlegsteiger meteen een pittige helling en daarna blijft het op en neer
gaan. Langs meertjes en rotsen en frambozen in de berm. Bij Øysang vaart een
klein houtenbootje naar Risør. Risør bestaat uit allemaal witte huisjes rond
een druk haventje. Eens per jaar wordt hier het trebåtfestival gehouden, met
allemaal houten bootjes. Als wij er zijn is dat net aan de gang. Het is nog 10
km naar de dichtstbijzijnde camping over een drukkere weg. De camping staat vol
caravans maar heeft ook een strandje (Moen Camping (www.moen-camping.no).
Dag 2 Risør – Arendal (56 km)
We rijden niet over de 1,
omdat we dan terug moeten fietsen, maar kiezen een route ongeveer evenwijdig
aan de E18. De hellingen zijn wat langer dan gister. Een klein stukje over de
drukke E18 zelf, maar dat gaat vrijwel allemaal naar beneden. Tvedestrand is
weer zo’n leuk dorpje met witte huisjes en een goede plek voor een koffiestop.
De 1 kronkelt behoorlijk en hier en daar snijden we een stuk af om wat sneller
op te schieten. De weg gaat eerst door bos en daalt dan weer af tot zeeniveau.
We komen langs mooie baaien. Arendal is een wat groter stadje met veel
periferie en een mooie hangbrug over het fjord. Over fietspaden langs het water
rijden we naar het centrum. In het centrum is een haventje, veel mensen komen
hier aan met een bootje van één van de eilanden om even boodschappen in te
slaan. Je kunt verse krabben kopen vanaf het water. Iets voorbij Arendal is een
camping. De camping bestaat uit een groot veld aan het water. Ook hier weer een
strandje en een platvorm in het water met een duikplank. Arendal, Nidelv Brygge og Camping (nidelv.c@online.no)
Dag 3 Arendal – Birkeland (52 km)
Tot Vik rijden we over
een fietspad langs een drukke, wel makkelijke weg. Vanaf nu buigt de route af
van de mooie maar ook (voor Noorse begrippen) drukke kust en gaan we het
binnenland in. De kuststrook is prachtig maar ook veel huisjes overal, er zijn
weinig plekken waar je bij het water kunt. Langs een prachtig wit stenen kerkje
en rondom een begraafplaats gaan we richting Birkeland. In het achterland
liggen meer boerderijen in plaats van zomerhuizen. In de verte doemen de eerste
rotsen al op. Als het asfalt ophoudt begint het meteen serieus te klimmen. Hele
stukken van 10-15% op een gruisweg zijn pittig om te fietsen. Eenmaal boven
wordt de weg een stuk makkelijker, kleine boerderijtjes, blauwe meertjes met
pluisbloempjes. In de afdaling naar Birkeland wordt de weg weer asfalt en zoef
je heerlijk naar beneden. In Birkeland is geen camping. Vlak voorbij de afslag
vragen we aan de eerste boer aan de linkerhand of we op zijn land mogen staan.
Hij biedt ons een plekje en een waterslang om ons op te frissen.
Dag 4 Birkeland - Evje (59 km)
Over kleine weggetjes
gaat het weer berg op. De hele dag is het fiks klimmen met lange hellingen.
Tussendoor een afdaling naar de spoorlijn. Maar dan weer verder omhoog. Iveland
ligt bijna bovenaan de klim. Een raar dorp met in het centrum een kerk, school
en een parkje aan een meer (een goede pauzeplek). Eén kilometer verderop is een
supermarkt en daartussen niets dan bomen. Ook na Iveland stijgt de weg nog. Het
laatste stuk gaat over de drukke R9 en is nagenoeg plat. Na een dag vol met
klimmen schiet je hier opeens heerlijk op. In Evje zijn meerdere campings. Evje
Odden Camping (www.oddencamping.setesdal.com)
ligt aan de rivier en heeft zeer nette toilethokken (met een speciaal babybad).
Het dorp stelt weinig voor, maar biedt winkels en een fijne toeristeninformatie
met goede koffie en het ikeahobbeleland hoort hier ook helemaal thuis. Een fijne
plek om een dagje uit te rusten. Wij drinken koffie en Fosse speelt met de
houtentrein in de toeisteninormatie.
Dag 5 Rustdag in Evje
Samen met de buren op de
camping poffen we aardappels boven het kampvuur en bakken we echte stokbroodjes
boven het vuur aan een stok.
Dag 6 Evje – Bygland (47 km)
Vanaf Evje gaan we verder
door het Setesdal. We fietsen de hele dag over een klein weggetje langs het
meer. Hier en daar zijn strandjes waar je kunt picknicken en als het mooi weer
is kunt zwemmen. De camping op onze kaart blijkt niet meer te bestaan. Voor het
motel in Bygland moeten we een klein stukje terugrijden langs weg 9 op de
andere oever. Een typisch motel in noorse stijl, met kamers met uitzicht op het
meer en ’s avonds een groot buffet dat we delen met een grote groep wegwerkers.
Naast hotelkamers zijn er ook hutjes. Setesdal Hotell (www.setesdalhotel.no).
Dag 7 Bygland – Rysstad (45 km)
De volgende dag gaan we
aan de oostzijde van het meer verder. Vanaf Ose gaan we verder op weg 9. Die
wordt steeds minder druk en het is er prima fietsen. Al zijn ze hier wel met
wegwerkzaamheden bezig dus het kan in de toekomst anders zijn. De bergen om ons
heen worden steeds hoger, het voelt alsof we ons klem fietsen. We zullen straks
toch echt een berg over moeten… In Rystad ligt een kleine camping ingeklemd tussen een motel en de rivier.
Dag 8 Rysstad – Bjørnevasshytte (41 km)
Tot Valle is de weg min
of meer vlak, daarna richting Rotemo gaat het licht omhoog. In Rotemo nemen we
de afslag richting Dalen (weg 45). De weg gaat meteen flink steil. De eerste
6,5 km hebben een stijgingspercentage van 6 %. Na 6,5 km gaat de weg iets
vlakker en blijft stijgen en dalen. De Bjornevasshytte (een berghut van de
Noorse bergsportvereniging DNT) ligt vlak langs de weg aan een groot meer. De
hut is afgesloten met de DNT-sleutel en alleen toegankelijk voor DNT-leden (lid
worden en sleutel lenen kan in Noorwegen bij de toeristeninformaties). Vanuit
de hut heb je mooi uitzicht op het meer (bjornevann). Er is geen stromend water
maar je kunt je wassen in het (ijskoude) meer.
Dag 9 Bjørnevasshytte – Dalen (42 km)
De
hele dag fietsen we over een soort hoogvlakte, al is vlakte geen goede
benaming. Het blijft continu stijgen en dalen, langs mooie meertjes. Aan het
eind van de dag dan toch de langverwachte afdaling, met haarspelden en in de
diepte uitzicht op Dalen en het Fjord. Dalen is het eindpunt van het
Telemarkkanaal. In het dorpje staat een prachtig oud houten hotel. Echt ouwe
chique met leren fauteuils en krakend parket. Ook als je er niet gaat slapen is
het de moeite waard even naar binnen te lopen. Hotel Dalen (www.dehistoriske.com). De camping in
Dalen ligt op een eiland in een rivier. Als je ’s avonds een wandeling maakt
rond het eiland is de kans groot dat je bevers kunt zien in de rivier. Buøy
Camping (www.dalencamping.com).
Dag 10 Dalen – Lunde (2
km)
Deze
dag staat het Telemarkkanaal op het programma. In tegenstelling tot de naam
heeft het water weinig weg van een kanaal, maar vaar je over weide meren tussen
imposante bergen door. De boot stopt onderweg een aantal keren en passeert een
aantal met de hand bediende sluizen. De boot past hier precies in. De Henrik
Ibsen vaart in de zomer elke dag van Dalen naar Skiën. De tocht tot Lunde duurt
ongeveer 5 uur. De fietsen worden door de kapitein zelf met een touw op het dak
van de boot gehesen. (www.telemarkskanalen.no)
In
Lunde is vlak naast de haven waar de boot aankomt een prettige camping met
mooie plekjes aan het water. Op de camping kun je kano’s huren. Telemark
Kanalcamping (www.kanalcamping.no)
Dag 11 Lunde – Krägerø (87
km)
Vanaf
Lunde fietsen we eerst een klein stukje terug langs het Telemarkkanaal naar
Kjelddal. Daar slaan we linksaf richting Drangedal. Een mooi klein weggetje
over een fikse heuvel. Steeds is het landschap hier weer een afwisseling van
bos, heuvels en meren. Hoe dichter we weer bij de kust komen hoe lager de
heuvels. Vanaf Drangedal gaan we verder op weg 38. We maken er een lange tocht
van door in één keer door te rijden naar ons eindpunt, hoewel we onderweg nog wel
een camping passeren. We steken de E18 over en fietsen door tot de camping bij Krägerø,
het beginpunt van de tocht.
Heen- en terugreis
In een rustig tempo reisden we met de auto heen- en terug
naar Noorwegen. We transporteerden de fietsen achterop de auto (de fietskar
paste achterin). Op de heenweg reden we naar Kiel in Duitsland (ca. 600 km) en
namen daar de ferry naar Oslo (www.colorline.com). De korte autoreis en de
lange bootoversteek zorgden voor een relaxt begin van de vakantie. De aankomst
in Oslo is prachtig als je steeds dieper het Oslofjord binnenvaart. De ferry is
van alle gemakken voorzien (speelhoek, zwembad, restaurants en ruime hutten).
Op de terugweg reden we via Zweden, Denemarken en Duitsland naar huis. De
veerboten (Helsinggor-Helsingborg en Bøjden
- Fynshavn) reserveerden we niet van te voren, zodat we vrij waren om terug te
gaan wanneer we wilden. Je kunt ook de oversteek van Noord-Denemarken naar
Kristiansand (zuidelijkste punt van Noorwegen) maken.
Totaal: 472 km
Tips
- Informatie over fietsen in Noorwegen vind je op bike-norway.com en www.northsea-cycle.com.
- In Noorwegen moet je soms door een onverlichte tunnel. Goede fietsverlichting is dus noodzakelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten