Als in Amsterdam de sneeuw al weg is en tot een vieze zwarte
smurrie is verreden ligt er op de hei vaak nog verbazend veel. We wagen het er
op en nemen de trein naar Hilversum-Noord voor een winterwandeling. Onze
inklapslee ligt in het bagagerek. En op het station in Hilversum krijgen we
gelijk, er ligt nog genoeg sneeuw voor een sleetocht. Witte bomen om ons heen
en geknerp onder de voeten. Wiebelig lopen en een beetje glibberen horen erbij.
Eerst lopen we langs de bebouwing langs het spoor. Dan steken we een lange laan
in. Rechts komt de hei in zicht: een grote witte vlakte. Je kunt het grote
fietspad nemen of één van de kleine paadjes die kriskras over de heide lopen.
Een langlaufer is ons al voor geweest zien we aan het spoortje dat hij
achterliet. Wij maken onze eigen afdruk in de sneeuw. We laten ons achterover
vallen en bewegen met armen en benen. Een familie sneeuwengelen is het
resultaat. We steken een grote veld over tot een klein bosje. Daarna volgt nog
een veld. Op gevoel lopen we door. Aan het eind van het veld zit een La Place,
weten we van zomerse tochten. Na een kop warme chocolademelk gaan we terug over
dezelfde route. Nu is de oriëntatie makkelijk. De grote televisiemast van
Hilversum dient als baken. De kleine paadjes zijn smalle geultjes. De slee past
er net in. Fosse voelt zich als de machinist van een trein. Hij tuft door de
sneeuw. Een klein rood vliegtuigje doet stunts boven ons hoofd. In een
staalblauwe lucht maakt hij loopings en spiralen. Van de hei zelf is niets te
zien, alleen een witte vlakte met kleine takjes die uitsteken. Een mooie
winterdag, daar kan geen zomer tegen op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten