vrijdag 28 maart 2014

Kanoën in Dalarna (Zweden)

Bij een groot meer worden we om negen uur ’s morgens afgezet met onze kano. Een laatste zwaai van Edwin en dan staan we alleen aan de oever van het water. Bomen, eilanden en water is alles wat we zien. Het meer is spiegelglad en verdubbeld de hoeveelheid bomen en eilanden nog eens. Wat doen we? Kanoën of eerst koffie? Een eiland aan de overzijde lonkt. We gooien ons hele hebben en houden aan boort: tent, slaapspullen en een ton met eten voor een week. De peddel glijd door het gladde oppervlak. Even later pruttelt de koffie op ons eerste eiland. En zo gaat het de rest van de week ook. Nemen we dit eiland of het volgende? Dat is de belangrijkste vraag.



Gisteravond zaten we met drie families rond het kampvuur in de laavu van Edwin. Iedereen een beetje gespannen over of wel goed was gepakt voor een week lang Zweedse wildernis. Hoeveel paar schoenen neem jij mee? Hebben jullie van die netjes voor op je hoofd tegen de muggen? Wat voor eten hebben jullie?  En wat voor een dieren wonen hier eigenlijk in Midden-Zweden? Wolven, elanden en muggen natuurlijk!

Langzaam verwilderen we. Schoon zijn we allang niet meer. Droge voeten krijgen we pas weer ’s avonds. De hele dag slempen we met sandalen door het water en klooien in en rond de boot. Als we moe worden leggen we aan bij een eiland of strandje. Dan schroeven we de brander op het tankje en zetten koffie in het espressopotje en eten hartkeks met chocopasta. Spelen doen we met wat we onderweg tegenkomen. We spelen boterkaas en eieren en galgje in het zand en gooien eindeloos steentjes in het water. Mam, wie de grootste plons maakt! Vervelen doen we ook. Al die rust en stilte zijn we niet gewend. Onze oren vangen elk geluid op. Een vogel, een auto, een peddel in het water, wolven gehuil? Elke keer springen we op als we een teken van leven zien of horen.


We klunen met onze kano door het bos. De tocht voert langs verschillende meren, met steeds een stuk lopen ertussen. Edwin heeft ons precies uitgelegd waar we op moeten letten: een dam, een oude caravan of een wit huis. Bij de kluun moet alle bagage uit de kano en de kano op het karretje gebonden. Een hele operatie elke keer. Het is flink sjouwen door het bos. Bij een grote steen houden we pauze. Het schijnt de grootste zwerfkei van Zweden te zijn. Achter de kei ligt een kistje met een logboek. We laten een boodschap achter voor de andere kanoënde families en lopen verder met een verse bosbessen voorraad.

Elk meer heeft zijn eigen charme. Ruig en bezaaid met eilandjes, kleine knobbeltjes met dennen. Groot met rotsen langs de kant en zandstrand. Spiegelglad en mysterieus. Langwerpig en wind mee. En elke middag dezelfde vraag. Zullen we dit eiland doen of gaan we op het volgende kamperen? Na een kluun zien we een paar eilandjes liggen. Even om het hoekje peddelen. Ooh kijk, deze heeft een mooi strandje. Aanleggen maar! We gaan op ontdekking naar de overige voorzieningen van dit eiland. Kijk, een mooie eetrots en een vuurplaats en daar tussen die bomen kan de tent wel staan. We slapen op een bed van bosbesstruiken. Een beetje scheef, maar met een prachtig uitzicht en uit de wind. Het kampement wordt gemaakt en de boot uitgeladen. Beneden bij het strand de ton met eten, op het heuveltje de tent en de hangmat aan een boom. Fosse gaat ondertussen op onderzoek. “Ik doe even een rondje om het eiland, Mam!” Een kwartier later komt hij terug met z’n schat. “Moet je deze reuze konijnenkeutels zien, Mam! Hoe groot zou dat konijn zijn?”


Koken doen we boven een kampvuur. Het eten uit de voorraad vullen we aan met wat we vinden: bosbessen en frambozen. Fosse en Joanne staan vijf minuten te vissen op de punt van het eiland. Even later hoor ik een harde gil. “Beeeettt!” De kleine vis wordt door ons onwennig doodgemaakt en opgegeten. Niet veel later vindt Fosse een enorme blinker, groot genoeg voor een haai volgens mij. “Daar gaan we een grote vis mee vangen, Mam!” Help…


Bij terugkomst zitten we weer met dezelfde families in de laavu. Vol verhalen, verwaaide haren en bruine koppen zitten we rond het vuur.  Als volleerd survivalers koken we tussen de verhalen door ons maaltje op het vuur. Hebben jullie onze boodschap nog gelezen in het logboek? Ja, en wat een lekkere bosbessen daar, hè! Hebben jullie nog wolven en elanden gezien? Nee, maar wel gehoord! En heb je ook die elandenpoep gezien? Elandenpoep? Ja, die grote keutels die lijken op konijnenkeutels!




Informatie:
We huurden een kano bij Edwin en Carin van Adventure Center Tyngsjo http://www.adventure-centertyngsjo.com/. Bij het kanocentrum kun je alles huren voor de tocht en kun je voor en na het kanoën kamperen. Als er iets is onderweg kun je altijd contact opnemen en als je het eindpunt niet haalt dan komt Edwin je ergens anders ophalen.
Je kunt het beste met de auto naar Tyngsjo reizen (bijvoorbeeld vanaf de veerhavens in Oslo of Goteborg). Inkopen moet je van te voren doen, want in Tyngsjo is geen winkel.










Geen opmerkingen:

Een reactie posten