donderdag 19 januari 2012

Fietsen met een baby in de Provence


Na vele fietsvakanties met z'n tweeën is dit de eerste familiefietstocht met onze zoon Fosse. Aan het eind van de vakantie vieren we zijn eerste verjaardag. Van te voren hebben we in Nederland dagtochtjes en een langweekend gefietst om alles uit te testen. Een nieuwe tent, een nieuwe fietskar en een hoop extra bagage gaan mee. Voor onze eerste fietsvakantie met kind kozen we voor Frankrijk aangezien er veel campings zijn en we dus korte dagafstanden kunnen afleggen. Het was een zeer relaxte fietsvakantie met veel tijd voor lummelen op de camping en lange pauzes onderweg. Gemiddeld hebben we om de dag gefietst. Hoogtepunt van de vakantie was de beklimming van de Mont Ventoux, zonder bagage, maar met Fosse in de fietskar.

Fietsen van dag tot dag

Avignon - L'Isle-sur-la-Sorgue
We komen aan met de nachttrein. Het afladen van de fietsen kost veel tijd, zodat we pas laat op weg zijn. Het is warm, heel warm en we fietsen door de buitenwijken van Avignon (D58). Het is moeilijk om de juiste weg te vinden, laat staan een leuke. We moeten wennen aan de warmte en aan het fietsen met zo’n kostbaar vrachtje achter je. Vlak nadat we stad uitrijden houden we pauze in een weiland. We zetten Fosse op een matje en eten onze eerste stokbroodjes. Echte rust is er niet bij. Rondom liggen stenen en die wil Fosse allemaal proeven. Na de lunch staat het eerste pijltje op de kaart (een helling van meer dan 4 %). Het voelt alsof er iemand achter me aan het waterskien is. Ik kom nauwelijks vooruit! De afdaling die volgt maakt ons weer vrolijk en met wapperende haren fluiten we een liedje. Na deze helling is het vlak tot Sorgue (D25). Iets voorbij het stadje vinden we een camping. Een stukje gras en schaduw, meer hebben we ook niet nodig.

L'Isle-sur-la-Sorgue - Gordes
Via kleine weggetjes gaan we weer verder (N100, D99, D110). Het is prachtig fietsen, maar wel erg zwaar. Bovenop een rug hebben we uitzicht over de Luberon. Na wat dwalen belanden we op de D2. Deze weg is breed en druk, maar we weten wel zeker dat we de goeie kant op gaan. Gordes ligt nog hoog boven ons. We zwoegen omhoog en langzaam lijken we dichterbij te komen. Hijgend en piepend fietsen we het dorpsplein op en komen tot stilstand bij het eerste terrasje. De top is bereikt! Fosse krijgt een flesje en wij een orangina. De camping ligt nog een paar kilometers voorbij het dorp. We zijn dus nog niet klaar en moeten verder omhoog. Het laatste stukje tot de camping is zo steil dat er niet valt te fietsen. Samen duwen we de fietskar omhoog. De camping (Camping les Sources) is al dat geploeter wel waard. We zetten onze tent op één van de terrassen met bomen, een duik in het zwembad met uitzicht over de vallei bewaren we voor morgen.

Gordes - Lourmarin
Na al het stijgen van de vorige fietsdag, mogen we vandaag incasseren. We zoeven terug naar Gordes. Daar nemen we de D102. Wow, wat een stijl stuk in het dorp! De weg duikt de diepte in. Het voelt alsof ik zo over de kop kan slaan over het stuur en de fietskar me elk moment links kan komen inhalen. Het is heerlijk fietsen vandaag. Mooie kleine weggetjes door wijnranken en lavendelvelden (D156, D60, D108). In de verte zien we de heuvelrug die we straks nog op moeten. We passeren de Pont Julien en een klein stukje is er een echt fietspad. Dan gaan we omhoog over de D149 naar Bonnieux. Fosse slaapt en wij kunnen rustig klimmen. Nu en dan pauzeren we in de schaduw van een boom en nemen een slok uit de bidon. Na Bonnieux hoeven we niet veel meer te klimmen. Vanaf boven hebben we nu een prachtig uitzicht over de Combe-de-Lourmarin (D36), een nauwe kloof met imposante rotswanden. Ontspannen kunnen we van het uitzicht genieten en rijden we al freewheelend naar Lourmarin. De camping ligt een paar kilometer buiten het dorp aan de D56.

Lourmarin - Manosque
Vandaag fietsen we aan de zuidzijde van de Luberon. We volgen de voet van het gebergte en rijden via Cucuron richting La Bastide (D27, D189, D120, D42). Het grootste gedeelte gaat omhoog en we passeren verschillende kleine dorpjes. Het volgende deel naar Ste. Tulle daalt weer veel meer. Over de D27 en D6 fietsen we door bossen en velden. In Ste. Tulle willen we kamperen. Helaas blijkt niemand de camping die op onze kaart staat te kennen. We fietsen een tijdje heen en weer door het dorp, maar vinden de camping niet. Om onze energie weer op te laden eten we met z’n drieën een zak abrikozen leeg. Over een klein wit weggetje gaan we richting Manosque (een iets grotere stad in de buurt). Helaas komt dit mooie kleine weggetje even later uit op een grote drukke weg. Voor verder zoeken hebben we geen puf meer, dus we besluiten over deze weg (N96) verder te fietsen. In Manosque is gelukkig een camping municipal (aan de westzijde van de stad). Als we hier direct heen waren gereden had dat veel kilometers gescheeld.

Manosque - Gréoux-les-Bains
Vanuit Manosque steken we de rivier de Durance over. Daarna volgt een flinke klim over een iets te drukke weg (D82). Bovenop de heuvelrug staan we tussen de wuivende klaprozen en lavandelvelden. In de verte sneeuwtoppen! Het voelt of we nu echt de bergen inrijden. We dalen af naar Gréoux en stoppen bij een terrasje. Terwijl wij genieten van de koffie, eet Fosse zijn eerste croissant. Hij zit te smullen. We vinden een camping langs de Verdon. Vanaf ons plekje zien we ’s avonds bevers over de rivier zwemmen.

Gréoux-les-Bains - Valensole
Vanaf Gréoux gaat het weer omhoog. Een lange klim met hele stukken 8-10% (over de D316 en D82). Doodvermoeid staan we af en toe uit te puffen. Wow, wat is dit zwaar! Maar wat een prachtig uitzicht over het stuwmeer dat hier in de Verdon is aangelegd! Het kleine weggetje naar Allemagne-en-Provence is lekker rustig, maar ook erg slecht. We slalommen van links naar rechts om de ergste kuilen te vermijden en schieten niet op. In Allemagne komen we weer op krachten bij het plaatselijke barretje tegenover het kasteel. Onderweg naar Valensole begint het te regenen (D15). Eigenlijk wel lekker zo’n verfrissend buitje. Rond Valensole liggen veel lavendelvelden, met hun paarse ruggen die golven over de heuvels.

Valensole - Forcalquier
Het is weer prachtig, warm ook. De D15 en D4 brengen ons in Oraison. Wow, hebben we al dit dalen echt zelf verdiend? We steken weer de Durance over. De weg naar Forcalquier (N100) is niet leuk, ook al geeft onze kaart een groen lijntje aan. Maar een alternatief is er niet. Het is bloedheet, de weg is te breed en de auto’s rijden te hard. Langzaam stijgen we en komen dichter bij Forcalquier. Het dorpje en de camping zijn gelukkig wel leuk. Vanaf de camping kunnen we zo naar het dorpje lopen om verse broodjes te halen. Verder vermaken we ons voor de tent, in de speeltuin en het zwembad.

Forcalquier - Simiane-la-Rotonde
Een prachtige fietsdag over kleine witte weggetjes. Na de saaie weg van gister besluiten we liever een beetje om te fietsen, maar wel over prettige wegen. We schieten dus nog minder op. We nemen eerst de D16 naar het zuiden. Dan gaan we over de D5 en D18 naar Simiane. Vooral het laatste stuk is prachtig. Een klein kronkelend weggetje door een bos. En ideaal voor fietsers want het stijgt of daalt nauwelijks. Als we desondanks vermoeid aankomen in Simiane blijken we de camping 5 km geleden voorbij gereden te zijn. We hebben geen zin meer om verder te fietsen en zoeken een hotelletje (Auberge La Fontaine, www.gite-la-fontaine.com). De Auberge ligt maar een klein stukje van het dorp af en we kunnen er ’s avonds eten. Terwijl wij genieten van onze maaltijd zit Fosse in zijn kar naast onze tafel op zijn duim te zuigen (hij heeft voor wij gingen eten al een potje gekregen).

Simiane-la-Rotonde - Sault
Simiane ligt op een bergflank dus moeten we alleen al flink klimmen om het centrum van het dorpje te bereiken. Daarna stijgen we verder door de bossen en velden. Via de D18 en D166 komen we in St. Christol. Hier kunnen we onze voorraden weer aanvullen en geld pinnen. De weg richting Sault is breed, maar rustig (D244). En opeens zien we voor ons de Mont Ventoux. Een duin met een vuurtoren erop, lijkt het wel, zo uit de verte. Maar ietsjes hoger… Het begint te kriebelen. Aan het begin van de vakantie dachten we dat de Mont Ventoux te hoog gegrepen zou zijn, maar na al dat stijgen van de afgelopen dagen hebben we meer vertrouwen gekregen. Misschien gaan we toch een poging wagen. Eerst volgt het klimmetje naar de camping, die natuurlijk weer boven het dorp ligt (aan de D950).

Sault (715m) - Mont Ventoux (1912m) – Sault (715m)
En vandaag gaan we ervoor, een poging om de Mont Ventoux te beklimmen. Eindelijk hebben we voordeel van het feit dat Fosse elke ochtend om 6 uur wakker is. Om 7 uur gaan we op pad. De tent laten we staan, zodat we superlicht fietsen vergeleken bij de laatste dagen. Na een snelle kop koffie in Sault rijden we het dorp uit (D164 en D974). Het eerste stukje gaan we nog naar beneden, maar daarna begint de echte klim. We zijn zenuwachtig dat we het nu echt gaan doen. We hebben onszelf tot 1 uur gegeven om boven te komen. Als we dat niet halen gaan we terug. Om de 100 hoogtemeter wisselen we de fietskar. We trappen rustig en stijgen door het bos. Niemand is nog op pad zo vroeg. Fosse krijgt een banaan en valt daarna in slaap. Na het eerste steile deel komt een makkelijker deel. We kunnen zelfs iets opschakelen. Sneller dan verwacht zijn we bij Chalet Reynard. We stoppen niet, maar rijden door naar boven. Nu komt het kale deel. Steil en winderig is het hier. De eerste mannen in snelle pakken halen ons in. Hun mond open van verbazing als ze ons passeren. Een opgestoken duim en een “bravo” en dan stampen ze langzaam voorbij. Fosse wordt weer wakker, maar het is koud en het waait. Doorfietsen maar. Het is 11 uur en we zijn boven! Yeah! We zetten de fietsen neer en vluchten het souvenirwinkeltje in. Het is de enige plek uit de wind en de zon. Fosse heeft een schone luier nodig en heeft honger! Achterin het winkeltje verschonen we hem en even later zit hij om het hoekje rustig zijn flesje te drinken. Na een topfoto dalen we snel weer af. In Chalet Reynard vieren we onze prestatie met taart. Tijdens het dalen zien we dat we niet de enige zijn die vandaag omhoog gaan. Een eindeloze stroom fietsers is nog aan het zwoegen. Sommige soepel en solide, andere lopen met de fiets in de hand.

Sault - Villes-sur-Auzon
Na onze topprestatie van gisteren volgt een zeer relaxte dag. Eerst dalen we vanaf de camping door het dorp naar beneden. Via een klein weggetje gaan we richting de Gorges-de-la-Nesque (D942). Eerst gaat het licht omhoog. Links zien we de kloof in de diepte. Bij het uitzichtpunt bovenop houden we een bananenpauze. We kijken uit over een spectaculair landschap. Grote rotswanden en de weg die daar doorheen slingerd. Hoog boven ons zien we weer die bekende kale top. Een eindeloze afdaling door de kloof volgt. Het daalt maar ligt zodat we heerlijk rustig naar beneden glijden.

Villes-sur-Auzon - Avignon
Over de D942 gaan we naar Mazan. Het lijkt een drukke nare weg, maar het valt mee. Met vals plat naar beneden gaat het lekker. Over de D1 en D4 gaan we verder naar St. Didier. Terwijl wij op een terrasje zitten zijn ze het dorpsfeest aan het voorbereiden. Via de D28 gaan we naar Pernes en dan over de D38, D6 en D62 naar Avignon. Bij Vedene verdwalen we bijna, maar na even navragen gaat het goed. Op het gevoel fietsen we dwars door het centrum. Op een eiland in de Rhone vinden we een camping. Zo zitten we op loopafstand van het centrum. Vanaf het eiland kun je zowel met een brug als met een pontje naar de overkant.

Heen- en terugreis
Per autoslaaptrein reizen we van Den Bosch naar Avignon (eerst met de gewone trein naar Den Bosch). We hadden een driepersoonscoupé voor onszelf. De fietskar kon ingeklapt in de coupé op het bovenste bed, Fosse sliep in zijn tatteljeebedje op de grond. Fietsen gaan op een speciaal karretje op de autowagons (hier passen geen fietskarren op). Het laden en lossen van de fietsen duurt vrij lang waardoor je in Avignon pas wat later op de dag weg kunt fietsen. De trein komt in Avignon aan op een klein stationnetje aan de zuidzijde van de stad, waar nauwelijks voorzieningen zijn. Zie: www.autoslaaptrein.nl

Tips
  • In de fietskar kan het flink warm worden. We hadden gaten in een witte handdoek geknipt zodat deze precies in de kar paste, zo werd het minder heet en konden we de handdoek af en toe uitwassen.
  • Bij de Decathlon kochten we een regenpakje voor Fosse. Het regende maar één keer, maar ook toen kon hij kruipen door het gras. Ze hebben bij de Decathlon meer buitensportkleding in kleine maatjes, soms moet je de goede maat wel bestellen.
  • Er loopt door de Luberon een bewegwijzerde fietstocht, die deels gelijk loopt met onze tocht. De tocht loopt van Cavaillon via Apt, Forcalquier, Manosque en Lourmarin weer terug naar Cavaillon. Zie: www.provenceweb.fr
Paklijst
Reisschema
dag 1: vertrek per nachttrein naar Frankrijk
dag 2: aankomst in Avignon en fietsen Avignon - L'Isle-sur-la-Sorgue (30 km,  2 uur)
dag 3: rustdag
dag 4: fietsen L'Isle-sur-la-Sorgue - Gordes (20 km, 2 uur)
dag 5: rustdag
dag 6: fietsen Gordes - Lourmarin ( 38 km, 2 uur)
dag 7: fietsen Lourmarin - Manosque (58 km, 5 uur)
dag 8: rustdag
dag 9: Manosque - Gréoux-les-Bains (19 km, 1,5 uur)
dag 10: rustdag
dag 11: Gréoux-les-Bain - Valensole (34 km, 3,5 uur)
dag 12: Valensole - Forcalquier (36 km, 3 uur)
dag 13: rustdag
dag 14: rustdag
dag 15: Forcalquier - Simiane-la-Rotonde (40 km, 3,5 uur)
dag 16: Siminane-la-Rotonde - Sault (30 km, 3 uur)
dag 17: rustdag
dag 18: Sault - Mont Ventoux - Sault (60 km, 1200 meter stijgen, 5 uur)
dag 19: Sault - Villes-sur-Auzon (35 km, 2 uur)
dag 20: rustdag
dag 21: rustdag
dag 22: fietsen Villes-sur-Auzon - Avignon (53 km, 3,5 uur)
dag 23: vertrek per nachttrein naar Nederland
dag 24: aankomst in Nederland

Totaal: 453 km


Geen opmerkingen:

Een reactie posten