dinsdag 17 januari 2012

Crash-cursus toerskiën in Oostenrijk


Verhit kom ik aan in de winkel. Slippertjes aan, korte broek en een zonnebril op mijn hoofd. ‘Ik kom mijn huurski’s ophalen.’ Op de toonbank wordt alles uitgestald. Ski’s met alle toebehoren: toerskischoenen, vellen, harseisen en skistokken. Met twee paar van alles wring ik mij in tram drie en verzwik bijna mijn enkel. Toerskicursussen vallen altijd laat in het winterseizoen, maar vandaag is de zomer al begonnen.
Vierentwintig uur later verzamelen we met de hele groep bij het dalstation van Mandarfen. Nog steeds een stralend blauwe hemel en temperaturen die ons verleiden tot een laatste ijsje op het terras. Dan gaat het gebeuren. De skipakken gaan aan en de zonnebrillen op. Boven stappen we vanuit de lift opeens in de papperige sneeuw. Nog wat onwennig skiën we met bagage en al naar de Riffelseehutte. De hut ligt aan de piste en is dus een prima uitgangspunt voor beginnende toerskiërs zoals wij. De komende week gaan we een Crash 3 cursus volgen die de NKBV samen met de Nederlandse Skivereniging organiseert voor mensen die willen leren toerskiën , maar nog niet goed kunnen skiën.


‘Hé, is dat niet Harry daar voor de hut?’ Hem kennen we nog van een eerdere Crash-cursus. Uitgeput en met een knalrode kop staat hij op het terras. Hij is achtergebleven bij de hut vanwege een blessure. ‘Ja, je kent het wel’, zegt Harry, ‘volledig ongecontroleerd gevallen, offpiste’. De rest van de groep bevestigt het hoge uitvalspercentage. ‘Zeker 30 % valt uit’, volgens hen. Ik moet weer terugdenken aan mijn eigen Crash 2. Die eindigde naast een bruine kop met een flink verdraaide knie.

Het gaat heerlijk
Na een dag inskiën met de hele groep staan we ’s morgens vroeg voor de hut te wachten op onze gids. Nog snel even wat zonnebrand smeren en de schoenen iets vaster. Vanachter de hut klinkt een bekend geluid. Zoefzoefzoef, onmiskenbaar Claudia! Ook zij is een oude bekende van onze eerste Crash-cursus. Ze ziet er uit als een onschuldig meisje, maar skiet als Alberto Tomba met peper in zijn kont...
Deze eerste dag blijven we in het skigebied rond de hut. De basishouding van het skiën legt Claudia ons nog eens haarfijn uit. Wat was het ook al weer: ‘gewicht naar voren, kanten met die ski’s en je bovenlichaam stilhouden en richting het dal.’ En?...Lächeln! De toon is direct gezet. Ik zoef naar beneden in een soepel ritme. Het gaat lekker. Wat zeg ik: het gaat heerlijk! Spectaculair remmend kom ik beneden bij de lift met een grijns op mijn hoofd. Skiën is helemaal niet moeilijk! Bovenaan de sleeplift gaan we nu niet rechts de piste op, maar naar links richting een ruig stuk sneeuw waar hier en daar een rots bovenuit steekt. ‘Moet ik hier naar beneden?’ Ik slik en kijk geconcentreerd naar beneden tot ik hup, het diepe in duik. Langzaam zak ik naar beneden en zet een bocht in. Plof, ik lig achterover. Had ik op de piste de swung te pakken, nu val ik bij elke bocht. Ik ben niet de enige, het is een waar slagveld om me heen! Links ligt Marian te stoeien met haar ski’s en rechts hoor ik Claar zuchten en steunen.  ‘Technik!’, hoor ik Claudia roepen van boven. Dus praat ik mijzelf door de bochten heen: bergski naar voren, gewicht erop en gaan. De hele riedel draai ik bij elke bocht af in mijn hoofd.

Skiballet
We oefenen niet alleen naast de piste maar ook veel op de piste. Claudia heeft een geweldig arsenaal oefeningen voor ons in petto, die onze techniek moeten verbeteren. Om één te worden met onze ski’s doen we de gekste dingen zoals achteruit skiën en op één been skiën. In duo’s gaan we zelfs blind skiën op de Idiotenhugel (oefenhelling). Ik stop mijn muts onder m’n zonnebril en Claar coacht me naar beneden. Sommige mensen zijn gezegend met een goed gevoel hiervoor. Ik niet. Ik voel niet of ik voor of achteruit ga, of het dal voor of achter me is en hoe ik in godsnaam rechtop kan blijven staan. Omdat ik ‘voel’ dat ik hard naar beneden ga, rem ik met mijn ski’s in een v-vorm. Maar hé, de helling loopt niet naar beneden, maar omhoog. Mijn ski’s glijden weer terug en ik beland in spagaat op de grond.
De volgende oefening is meer aan mij besteed: pirouettes draaien. Komen die balletlessen eindelijk van pas. Eerst draaien we bochtjes om onszelf en dan gaan we met z’n tweeën al walsend over de piste. ‘Tadadadadididi, tadadadadididi’, de Weense wals zit er goed in. De oefeningen worden alsmaar uitbundiger en wij joliger. We gaan door met schansspringen, van plaats verwisselen in de sleeplift en de ‘jodelbaan’ (een soort rodelbaan op ski’s). Maar onze favoriet is de dirndl-dans: berg-hand op je heup, dal-elleboog in je zij en rondjes zwaaien met je onderarm. Bij een bocht omhoog en elegant doorzwaaien naar de andere kant. En natuurlijk blijven lachen als een cheerleader.

Gaz geben
Hoofddoel van deze week is het leren van ideale bochtjes draaien wat er ook gebeurt. Kurze swungen…, noemt Claudia dat met een duivelse grijns. Ze doet het voor in een razend tempo, tsjiktsjak tsjiktsjak en woesjh ze is beneden. Als een klein stipje zien we Claudia allerlei bewegingen maken die we al skiënd na moeten doen. Ze springt, draait om haar as, zwaait met haar heupen en gooit haar armen in de lucht. En wij? Wij volgen en draaien ondertussen onze swungen. Je leert stoïcijns een continu ritme bochtjes draaien en heel goed ver voor je uitkijken. ‘Wie ein profi’ gaan we naar beneden.
En dan is daar later op de dag weer die overgang van piste naar offpiste. Het mag dan elke dag een stukje beter gaan, het blijft moeilijk. De ene na de andere helling volgt. Telkens horen we Claudia roepen: ‘de Maidls: Gaz geben!’ Liefst maakt ze daar nog een soort tuut-tuut teken bij met haar armen. Met grote bogen komen we nu veilig benenden door de losse sneeuw, maar korte bochtjes maken valt niet mee.
In ons uiterst voorzichtige tempo blijken die bochten offpiste al helemaal niet te maken. Enige basissnelheid is nodig. Na enige tijd is ‘gaz geben’verworden tot onze groepsstrijdkreet!!! Ik probeer de helling agressief ‘aan te vallen’, maar met mijn gebrekkige techniek lukt het nog niet om zonder brokken beneden te komen. Zwoegend, steunend en hijgend kom ik beneden aan bij Claudia. Poeh, wat wordt je hier moe van. Claudia moet er van lachen: ‘Es ist kein Kindergeburtstag!’

Leren leren leren
In korte tijd zijn we een hechte groep geworden. We delen alles, onze tijd overdag maar ook het lager en het eten. ’s Avonds wordt er flink doorgeschoven en geruild met eten. Terwijl we rozig achter onze knodel zitten bekijken we een oefening die Claudia heeft opgenomen op een digitale camara. Ondanks de mini-poppetjes op het lcd-scherm zie je direct wie wie is. Martijn is onze snelheidsduivel, Henkjan moet meer door de knieën, Marian, Laura, Claar en Bert.
Tussen de bedrijven door is er naast het intensieve dagprogramma ’s avonds nog de theorie. Na het eten gaan we door met sneeuw- en lawinekunde, tochtenvoorbereiding en spleetreddingen op ski’s. Daardoor is de dag van ’s ochtends tot ’s avonds gevuld met oefenen en leren. Een zware combinatie. De beroemde derde dag, de dag waarop de kans op een gebroken been het grootst is, doen we in een gierende sneeuwstorm de piepsoefening. Henkjan begraaft zijn pieps, alsof hij door een lawine is getroffen en Marian mag hem gaan zoeken. De sneeuw komt horizontaal voorbij, terwijl we luisteren naar de radiopiepjes. Ja, links is het geluid het sterkst. Marian rent een aantal meter en luistert dan opnieuw. Hier moet ie liggen. Ze begint verwoed te scheppen en redt ‘Henkjan’, in de vorm van een klein blauw apparaatje.

De Idiotenkugel
Het is takkeweer, met vlagen wind en wolken. In een treintje achter elkaar volgen we het spoor naar boven. We hebben vellen onder en vorderen langzaam. Als het steiler wordt moeten we spitzenkeren, een soort overstag gaan op ski’s. Met ski’s en al staan we in de vijfde klassieke balletpositie. De elegantie is ver te zoeken. Druk bezig het evenwicht te behouden proberen we op het steile stuk om te draaien en vooral niet te vallen. We zigzaggen omhoog in de gierende sneeuw richting een onzichtbare top. De Idiotenkugel (Mittagskugel) is een top die je vanaf het gletsjergebied kunt beklimmen en 3162 m hoog is. Een goede top voor beginners zoals wij. Als we de graad bereiken is het zicht nog hooguit vijf meter. We laten onze ski’s achter en gaan verder op schoenen en skistokken. ‘Wat kan mij die top schelen,’ gaat er door mijn hoofd. Maar 15 meter voor me is Claudia aan het zwoegen om een spoor voor ons te maken en ze is niet van plan te stoppen. Het topkruis zie ik pas als ik er naast sta. Geen spectaculair uitzicht, snel een topfoto en weer terug. Bij het skidepot breekt de zon weer door en zien we een maagdelijke helling voor ons liggen. Hier doen we het voor! Door losse sneeuw proberen we onze bochtentechniek uit. We dansen over de sneeuw. Binnen de kortste tijd staan we weer beneden. Achter ons een slingerspoor en hier en daar een stuk gatenkaas.
‘s Middags staan we op het terras van de hut te speuren naar onze top. Zo idioot ziet hij er eigenlijk niet uit… Hebben we daar echt opgestaan? We gooien ons nog een keer vol met almdudler en kaisersmarren. Helemaal heel en met een voltallige groep dalen we weer af naar de zomer.


Informatie

Cursus
De Crash-cursus is een cursus uit het programma van de Toerskicommissie van de NKBV en de Nederlandse Ski Vereniging (www.skitoeren.nl). Crash-cursussen zijn bedoeld voor mensen die wel al ervaring hebben in de bergen, maar nog niet goed genoeg kunnen skiën om aan toerskitochten of introductie cursussen mee te kunnen doen.

Skigebied
Het skigebied van het Pitztal bestaat uit twee delen. Rond de Riffelseehut is een wat kleiner en lager gelegen skigebied. Met de baan kom je dwars door een berg op de Pitztalergletsjer. Dit is een zeer hoog gelegen skigebied met veel liften en mogelijkheden.
Als je verblijft in de Riffelseehut moet je er rekening meehouden dat de laatste lift om deze hut te bereiken vrij vroeg vertrekt (daarna resten alleen nog je vellen om naar boven te komen).

De hut
Riffelsee Hütte (2293m) http://hotel-anita.com/rifflseehütte.html. In de winter is de hut bereikbaar met de gondel vanuit Mandarfen. De Riffelseehut is een moderne hut met lager en kamers. Overdag is het er vrij druk, maar ’s avonds heb je nog het echte huttengevoel. 

Bereikbaarheid
Met de trein via München en Innsbruck naar Imst. Vanaf Imst gaan regelmatig bussen naar Mandarfen (het dalstation van de lift).
Met de auto via Ulm, Fernpaß, Imst, Pitztal, Mandarfen.


Kaarten
Alpenvereinskarte 30/6

Geen opmerkingen:

Een reactie posten